Hulp ziekenhuis bij slechtnieuwsgesprek
HEUSDEN (ANP) – Een aantal ziekenhuizen gaat experimenteren met vrijwilligers die aanwezig zijn bij slechtnieuwsgesprekken tussen patiënten en medisch specialisten.
De bedoeling is de communicatie bij die gesprekken door hun inbreng verbetert. Patiënten zouden op die manier betere informatie moeten krijgen over hun (levensbedreigende) ziekte en de behandeling. Het ziekenhuis op zijn beurt krijgt meer kennis over de patiënt en kan daar de behandeling op aanpassen.
De proef gaat vanaf september lopen in het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, Maastricht University Medical Centre, het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch, het Kennemer Gasthuis Haarlem en het VieCuri Ziekenhuis in Venlo.
De vrijwilligers richten zich niet uitsluitend op hulp bij slechtnieuwsgesprekken, maar ook op patiënten die met een groot aantal artsen, en vaak nog andere zorgverleners, te maken krijgen. Door gebrekkige overdracht loopt de communicatie daar ook vaak spaak.
Het project wordt uitgevoerd door de stichting ZoBeter, die de vrijwilligers werft en opleidt. In totaal zijn er 72 ”copatiënten”, zoals de vrijwilligers worden genoemd, nodig. Zorgverzekeraars Achmea en VGZ betalen de proef.
ZoBeter kwam met het idee nadat de twee initiatiefnemers van de stichting in eigen familiekring te maken kregen met ernstige ziekte en een slechtnieuwsgesprek.
Veel ziekenhuizen zoeken naar manieren om de communicatie met de patiënt te verbeteren. Vaak hebben artsen niet de tijd, de rust of de vaardigheid om op een goede manier met hun patiënten te praten.
Volgens Etienne Tiessen van ZoBeter is het normaal dat patiënten bij slechtnieuwsgesprekken in de war zijn. „Ongeacht je intelligentie, leeftijd, opleiding of beroep.” Patiënten hebben volgens hem door de schrik vaak moeite zich te concentreren op de informatie. De kans is groot dat ze vervolgens alles over zich heen laten komen en verder niets meer vragen of zeggen.
De copatiënt zou dat als een soort bemiddelaar tussen artsen en patiënt wel moeten doen. Volgens ZoBeter kan de kwaliteit van de behandeling daardoor verbeteren, omdat er beter rekening kan worden gehouden met de wensen van de patiënt.
Het proefproject duurt een halfjaar. Bij succes wordt het voortgezet. Het is de bedoeling dat de copatiënten hun werk maximaal een jaar doen, om te voorkomen dat ze hun open blik en houding verliezen.