Daniel Rodriquez, de ”singing policeman”, doet Arnhem aan
ARNHEM – Wolken van geluid, maar ook verstilling; spontane emotie én een scheutje show. Eén ding staat vast: er wordt muziek gemaakt, deze vrijdagavond in de Eusebiuskerk. In de hoofdrol: de Amerikaanse tenor Daniel Rodriquez, de ”singing policeman”.
Het publiek dat de oude Arnhemse kathedraal binnenstroomt, is bepaald gemêleerd, afgaande op het oog. De pr-machine voor de Concerttour 2011 heeft gewerkt, dat is duidelijk. Vanavond het tweede concert in een serie van drie. Woensdagavond deed de tour de Rotterdamse Laurens aan, zaterdagavond rijdt de internationale muziekkaravaan naar de Maria Magdalena in Goes.
André van Vliet opent het concert met een niet aangekondigde, maar frisse, vrije solo op het Strümpfler-orgel, het instrument waarop ooit de oude Jan Zwart in de Amsterdamse Kloveniersburgwal zijn inspiratie uitleefde. Presentator Jan van den Bosch zet zijn welkomswoord hoog in: „Het was vandaag een bewolkte dag, maar een stralende muzikale avond ligt voor u.”
Aan Daniel Rodriquez, de politieman die slachtoffers hielp op Ground Zero na de aanslagen op de Twin Towers, de eer voor de echte aftrap. Daarvoor heeft hij een evergreen eerste klas uitgekozen: Amazing Grace. De tekst is van slavendrijver John Newton die na zijn bekering zijn verwondering over Gods genade uitzong in dit lied. De Amerikaanse tenor geeft tekst en muziek het volle pond, daartoe geïnspireerd door de warme begeleiding van het Hineni Symfonie Orkest onder leiding van chef-dirigent Lubertus Leutscher. „De avond kan nu al niet meer stuk”, reageert de presentator. Tikkeltje voorbarig misschien, maar indrukwekkend is het wel.
Bij ”Whiter than snow” maakt het mannenkoor Ichthus uit Sliedrecht onder leiding van Martin Zonnenberg zijn opwachting. De 150 mannen staan onder het orgel opgesteld, ver weg voor het publiek, maar dankzij geluidsversterking via vijf boxen komt hun zang toch dichtbij. Letterlijk, en soms figuurlijk. Het koor imponeert vooral in zachte delen.
Rodriquez is niet alleen naar Arnhem gekomen. Zijn vrouw, operazangeres Marla, wordt aan de arm van een andere man binnengebracht voor enkele duetten, zoals het bevallige Pie Jesu. De echtelieden zijn muzikaal aan elkaar gewaagd; kijken elkaar tijdens het zingen gedurig diep in de ogen. Het publiek smult ervan.
”Nearer my God to Thee” heeft een bijzondere achtergrond. Het lied werd gespeeld door het orkestje aan boord van de Titanic toen het schip kapseisde en velen de dood vonden in het ijskoude water. Rodriquez hééft iets met zulke dieptragische nummers. De muzikale emotie komt tot een hoogtepunt, soms vermengd met een tikkeltje show, maar daar is hij Amerikaan voor.
Fluitiste Marjolein de Wit mag haar tanden stukbijten op ”Concertino” van Cécile Chaminade, een van de weinige vrouwelijke componisten honderd jaar geleden. Ze schreef het als examenstuk voor fluitstudenten van het conservatorium. Daartoe uitgenodigd door presentator Van den Bosch laat Marjolein de partituur, letterlijk zwart van de noten, aan het publiek zien. Ze speelt het stuk virtuoos, grotendeels uit het hoofd. Een muzikale prestatie van formaat.
Wat iedereen verwacht bij ”You raise me up”, gebeurt. Daniel, mannenkoor, orkest en piano zweven als een wolk van geluid door de immense kerkruimte. De muziek gaat als een nachtkaars uit. Toch niet. Op het slotakkoord zwelt het mannenkoor nog één keer aan. Klasse!
Als uitsmijter voor de pauze klinkt het wereldberoemde Slavenkoor van Verdi. Voordat er koffie is, wijst Van den Bosch het publiek op het grote doel van de concerttour: geld inzamelen voor drie filantropische instellingen: Woord en Daad, De Hoop en Hart voor kinderen.
Na de pauze imponeert het Hineni-orkest met de solo ”The power of Your love”, met een heuse fuga erin, prachtig pizzicatospel en lieflijke harpgeluiden. Nieuw hoogtepunt blijkt het duet ”The Prayer”. De tonen van tenor Daniel en die van sopraan Marla kruipen naar elkaar toe, om eenstemmig, letterlijk op eenzame hoogte, in elkaar op te gaan. Muzikale spanning van de bovenste plank.
Het concert eindigt met het indrukwekkende Sanctus van Gounod. Toch niet. Er volgt een toegift: ”How great Thou art”, het lied waar Daniel de wereld mee overgaat via Youtube. Een waardig slot. Daar had het concert mee mogen eindigen. Maar de uitvoerenden krijgen er geen genoeg van.
Er volgen nog twee toegiften: opnieuw het Slavenkoor van Verdi en het laatste deel van het Sanctus. Het publiek mag meeneuriën, meezingen. En dan gaat er iets mis. Muzikaal dan. De van zichzelf wonderschone nummers krijgen iets goedkoops, iets banaals. Jammer. Het publiek lijkt er niet om te malen en blijft klappen. Het is de enige dissonant op dit harmonisch verlopen concert dat mede dankzij de ”singing policeman” vele muzikale hoogtepunten bevat.
Klik hier voor het interview dat het RD in december met Rodríguez had.