Dat concludeert het Onderzoekscentrum Financieel Economisch Beleid in een rapport dat vrijdag is gepubliceerd. De onderzoekers werkten in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Stichting Pensioenwetenschappen.

Het onderzoekscentrum raadt de pensioenfondsen aan over te stappen op het zogeheten middelloonstelsel, waarbij de uitkering van gepensioneerden afhangt van hun gemiddelde inkomen tijdens hun loopbaan. Nu keren de meeste pensioenfondsen een bedrag uit dat is gebaseerd op het laatstverdiende loon. Sinds de sluipende beurskrach een gat in hun vermogen heeft geslagen, discussiëren veel pensioenbeheerders al over de voordelen van middelloon.

De overstap naar middelloon zorgt er ook voor dat de mensen meer willen werken, aldus de onderzoekers. Ze moeten langer sparen om de terugval in hun pensioenuitkering goed te maken.

Dat levert tevens een ander voordeel op. Onder meer de bank ABN Amro pleitte eerder dit jaar voor een verhoging van de pensioenleeftijd. Door Nederlanders langer te laten werken, betalen ze extra jaren premie en teren ze pas later in op de pensioenpot. Ook krijgen ze later hun AOW-uitkering, een andere pijler onder het pensioenstelsel.

De pensioenen in Nederland dreigen in het gedrang te komen. Tot 2040 groeit het aantal pensioengerechtigden snel, omdat de mensen die voortkomen uit de geboortegolf van na de Tweede Wereldoorlog, massaal stoppen met werken. Het aantal gepensioneerden neemt toe, terwijl het aantal premiebetalers juist daalt.

De vergrijzing leidt bovendien tot hogere collectieve lasten en krapte op de arbeidsmarkt. Die factoren kunnen de economie aan het wankelen brengen.