Binnenland

Twee muisstille minuten op de Dam in Amsterdam

AMSTERDAM – De twee minuten stilte die de menigte woensdagavond bij de Nationale Dodenherdenking op de Dam in acht nam, waren muisstille minuten.

Van onze verslaggever
5 May 2011 08:56Gewijzigd op 14 November 2020 14:49
Koningin Beatrix en Prins Willem Alexander leggen een krans bij het Monument op de Dam tijdens de de Nationale Dodenherdenking. Foto ANP
Koningin Beatrix en Prins Willem Alexander leggen een krans bij het Monument op de Dam tijdens de de Nationale Dodenherdenking. Foto ANP

In tegenstelling tot vorig jaar, toen een verwarde man in het publiek begon te schreeuwen en paniek veroorzaakte.

Met de verstoring van de herdenking van vorig jaar nog vers in het geheugen, had de gemeente Amsterdam in samenspraak met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding de veiligheidstouwtjes gisteravond nog wat strakker aangehaald. Speciale dranghekken die veiliger zijn bij grote mensenmassa’s. In het publiek valt de felrode kleding van EHBO-mensen op.

Vanaf de perstribune is goed te zien hoe her en der beveiligers met zogeheten oortjes staan opgesteld. Niets is aan het toeval overgelaten. De ontroerende klanken van Bachs ”Bist du bei mir”, door de Koninklijke Militaire Kapel Johan Willem Friso waaieren over de menigte.

Koningin Beatrix, prins Willem-Alexander en prinses Máxima arriveren kort voor acht uur op de Dam. Even daarvoor hebben kabinetsleden, legercommandanten en Kamerleden zich opgesteld rond het monument. De kroonprins en zijn moeder leggen de eerste krans.

Sergeant eerste klasse Herbert Vreeman speelt het signaal Taptoe, de opmaat naar de twee minuten gewijde stilte waarin Nederland burgers en militairen gedenkt die in het Koninkrijk der Nederlanden of elders zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties. De twee minuten zijn muisstil. De duizenden mensen lijken hun adem in te houden. Het enige geluid komt van de duiven die onverstoorbaar een plekje zoeken op het monument.

Een man zal later op weg naar huis tegen zijn kompaan zeggen: „Ik heb niet zoveel met allerlei herdenkingen, maar dit is er eentje op trots op te zijn. Zo’n grote menigte, middenin Amsterdam, gewoon doodstil. Geweldig!”

De 15-jarige Esmée Hendriks uit Arnhem draagt haar gedicht ”Trots” voor, gevolgd door de kranslegging voor de omgekomen militairen, koopvaardijpersoneel en burgers in Europa en Azië. Laatstgenoemd werelddeel had even daarvoor in de besloten herdenkingsbijeenkomst in de Nieuwe Kerk een centrale plaats in de 4 mei-lezing van dichter en essayist Willem Jan Otten. Hij memoreerde de internering van zijn moeder en oma in het Jappenkamp Tjideng.

Parlementsvoorzitter Verbeet benadrukt in haar toespraak op de Dam dat oorlog een lange schaduw geeft. „Het is 4 mei voor de oude man die zijn vrouw herdenkt. Ze mocht net twintig worden, ouder niet. Een gele ster was het begin. Hoe het eindigde weet hij niet. Het is 4 mei voor de vrouw die haar vader herdenkt. Zijn graf ligt in de duinen, vlakbij Waalsdorp. Hij verzette zich, hij was een held. Maar zij had nooit een vader. Het is 4 mei voor de man die zijn ouders herdenkt. De moeder gestorven aan honger en ziekte, in een Indisch kamp; de vader verdronken in de Javazee. Een graf om bij te rouwen is er niet. En het is 4 mei voor de ouders die hun zoon herdenken. Hij was van ná de oorlog. Maar na de oorlog bestaat niet. Hij vocht in Afghanistan en kwam niet levend terug.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer