Opinie

Jeugd in kerk houdt van korte en puntige preek

De jeugd in de gereformeerde gezindte gaat nog relatief trouw naar de kerk. Dat betekent niet automatisch dat de preek hen ook aanspreekt. De predikant moet zich ervoor inzetten dat zij geraakt worden. Door kort en puntig te preken bijvoorbeeld, schrijft dr. P. Buitelaar.

4 May 2011 09:24Gewijzigd op 14 November 2020 14:48
Foto ANP
Foto ANP

Het Centraal Bureau voor de Statistiek maakte onlangs cijfers bekend over jongeren en religie in Nederland (RD 30-4). Uit het onderzoek blijkt dat steeds minder jongeren naar de kerk gaan. Bij rooms-katholieken is dat nog sterker het geval dan bij protestanten. De onderzoeker, dr. J. Latten, vermoedt dat de kerkgang onder jongeren van orthodox-gereformeerde kerkgenootschappen relatief hoog zal liggen.

Mijn ervaringen in veel gemeenten bevestigen dit vermoeden. Vaak zie ik in verhouding veel jonge gezinnen en jongeren in de kerkdiensten. Dat is verheugend, maar mag niet leiden tot een triomfantelijk denken. De vraag is of jongeren alleen uit gewoonte of door het voorbeeld van hun ouders in de kerkdiensten komen of dat zij door de prediking worden aangesproken. Gewoonten –hoe goed zij ook op zichzelf zijn– kunnen door allerlei omstandigheden nagelaten worden. Wanneer de verkondiging van het Woord hen aanspreekt en raakt, zullen zij daarvoor worden bewaard.

Er moet ons alles aan gelegen zijn om ervoor te zorgen dat zij kunnen worden aangesproken. Of zij worden aangesproken en geraakt, is een werk van de Heilige Geest. Dat hebben wij niet in de hand. Wel moet de vraag ons bezighouden: Hoe kunnen wij jongeren, maar ook ouderen, het beste bereiken met het Woord?

In ieder geval door een eenvoudige verwoording van wat Gods Woord ons zegt. Geen academietaal, geen vertoon van geleerdheid, ook geen betoog vol met terminologie die niet herkend wordt. Echte geleerdheid blijkt uit een helder en concreet verwoorden van de boodschap. Niet beschouwend, maar appellerend en getuigend het Woord verkondigen. Van betekenis is ook dat we het denken en leven van onze jongeren kennen. Wie hun vragen niet kent, kan ook geen antwoorden geven en wegen wijzen uit het Woord. Er leven bij jongeren vaak andere vragen dan bij ouderen.

Wij mogen ook niet over het hoofd zien dat vandaag, meer dan vroeger, het luistervermogen is achteruitgegaan. Niet alleen jongeren, maar ook ouderen kunnen moeilijk gedurende langere tijd geconcentreerde aandacht opbrengen. We moeten daarom wat korter en vooral puntiger preken. De emeritus predikant ds. W. Chr. Hovius wees daar terecht op in een interview in deze krant (RD 2-4). Ten koste van alles moeten we voorkomen dat het Woord van God verdrinkt in de veelheid van onze woorden. Het gaat niet om de kwantiteit maar om de kwaliteit van wat wordt gezegd.

Ten slotte is het oogcontact met de gemeente van belang. Je kunt zien en aanvoelen of en hoe er geluisterd wordt. En als er echt geluisterd wordt, als men een en al oor is, merk je ook dat er afnemers waren. Ook onder de jongeren zijn er voor wie het Woord brood is voor hun hart. Wij hebben niets anders te doen dan het zaad van het Woord te zaaien. God zal de wasdom geven.

De auteur is oud-hoogleraar homiletiek en communicatie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer