Opinie

Psalmen, poëzie en politiek

David vond in het woord een wijze om een krijgs- of overwinningslied aan te heffen - en we noemen de expressie daarvan een psalm. Psalmen die over niet al te lange tijd als eigentijds gedicht op de melodie van pop, rap of lounge kunnen worden gezongen of gereciteerd, zo hebben we kunnen lezen in dit medium. Daarover nu geen oordeel.

Marie van Beijnum
6 June 2003 13:23Gewijzigd op 14 November 2020 00:21

Wel dit: David moet vanuit een goddelijke openbaring hebben ervaren dat het woord net zo doeltreffend kan zijn als het wapen. Ook het verzet uit de Tweede Wereldoorlog hanteerde het woord als ’ploegschaar’. Zo schreef Jan Campert het ontroerende ”Lied der achttien dooden” naar aanleiding van de executie van achttien verzetsmensen op de Waalsdorpervlakte in 1941.

Niet om David of Campert met de Iraakse dictator Saddam Hussein te vergelijken, feit is wel dat Saddam eveneens poëzie schreef. Voor zijn mysterieuze verdwijning liet Saddam een literair afscheidscadeau achter. Een nieuwe Iraakse krant, Al-Sabah, meldde dat er in een opslagloods van de Vrijheidsuitgeverij in Bagdad talrijke exemplaren van een nog onberijmde versie van Saddams poëtische kunsten ligt. Met een titel die er niet om liegt: ”Verdwijn van hier, jij vervloekte”.

In het boek bekritiseert Saddam, die zijn literaire werken nooit onder eigen naam publiceerde, de moderne taal en de mythes van de nieuwe telecommunicatiemiddelen. Saddam heeft de afgelopen drie jaar zeker drie romans en vertellingen geschreven, die op de scholen en universiteiten in zijn land tot de verplichte kost behoorden.

De echte Iraakse dichter Salah Hassan weet alles van Saddams literaire ambities. Om politieke redenen moest hij zijn vaderland in 1992 verlaten. Een van zijn eerste publicaties, een poëziebundel uit 1986, werd tot tweemaal toe verboden. Dit omdat er geen aan Saddam gewijde poëzie in stond.

Onder de Bosnische Serviërs loopt nog altijd een aan Saddam verwante dichter rond in de persoon van ’s werelds meest gezochte oorlogsmisdadiger, Radovan Karadzic. Er staat 5 miljoen dollar op zijn hoofd en toch vond de ex-leider van de Bosnische Serviërs genoeg levenslust om literatuur op papier te zetten. Het episch gedicht heet ”De jongen en de generaals” en het beschrijft naar verluidt een situatie die elke Bosnische jongen meemaakte en kan overkomen.

In Noord-Korea van hetzelfde laken een pak. Daar liet de Juche-ideologie de dichtkunst niet ongemoeid. Al in 1953 werd de geschiedenis van de Koreaanse literatuur, zoals die tot voor kort eeuwenlang met het Zuiden was gedeeld, naar communistische maatstaven herschreven. Alles moest voldoen aan de criteria van het communisme.

Met name na 1960 werd de literatuur gereduceerd tot een middel om de Grote Leider Kim Il Sung, zijn ouders en zijn zoon Kim Jong Il te verheerlijken. Plotsklaps bleek Kim Il Sung zelf al sinds de jaren ’30 een vermaard schrijver en dichter geweest te zijn. Namen van auteurs die eerst in de gratie waren, werden natuurlijk uit de literatuurgeschiedenissen geschrapt. Gedichtjes die Kim Jong Il als klein kind had geschreven, werden tot onsterfelijke meesterwerken verheven.

Vorig jaar kreeg de president van Turkmenistan, Saparmoerat Niazov, opeens last van dichterlijke aspiraties. Hij bracht in augustus zijn eerste gedichtenbundel uit. Hij maakte deze poëzie natuurlijk meteen verplicht voor alle inwoners van de Aziatische republiek. Zijn gedichten dragen belangwekkende opschriften, zoals ”Mijn Turkmenistan” of ”Het noodlot van de Turkmenen is het mijne”.

In Turkmenistan is het uitgeven van kranten het alleenrecht van de president. Ballet, opera, circus en het filharmonisch orkest zijn er verboden. Iedereen moet trouw zweren aan de persoonlijke levensfilosofie van de zelfverklaarde president-voor-het-leven van Turkmenistan.

Dan liever de gedichten van Zijne Excellentie de kerkvorst paus Johannes Paulus II, die dit voorjaar verschenen - overtuigde protestanten hoeven echt niet opeens de telefoon te grijpen uit angst voor paapse afgoderij. Dit verdient enige uitleg. De paus, die verschillende bestsellers op zijn naam heeft staan, waagt zich voor het eerst aan gedichten. Opmerkelijk genoeg zijn drie bladzijden in de pauselijke bundel gewijd aan het oude en het huidige Irak, dat van de verdreven president-dichter Saddam Hussein.

”Romeins Drieluik; meditaties” bestaat uit drie delen. Het derde deel, getiteld ”Een heuvel in het land Moria”, weidt uit over de plaats Ur van de Chaldeeën, het geboorteland van Abraham, en de samenspraak tussen de aartsvader en zijn zoon Izak, toen deze geofferd zou worden op de berg Moria als een bewijs van Abrahams trouw aan God.

Het is een hoofdstuk vol symboliek, maar het kan worden uitgelegd als een persoonlijk commentaar op de situatie in Irak en de heilige stad Jeruzalem.

De paus houdt zijn poëtische lezers de grote betekenis voor van „deze plaatsen”, Ur (Irak) en Jeruzalem (Israël). De plaatsen die vandaag zo geplaagd worden door oorlog, waar mensen op hun slechtst zijn en waar de vernietiging van de mensheid dreigt.

Juist dit zijn de plaatsen waar God Zijn belofte zal inlossen. De paus smeekt hier de mensen om God niet te vergeten en God om de mensen niet te vergeten.

  • Stop hier -

Ik draag jouw naam in mij,

deze naam is het teken van het Verbond

dat het oorspronkelijke Woord sloot met jou

nog voordat de wereld geschapen was.

Herinner deze plaats als je van hier weggaat,

Deze plaats wacht op haar dag.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer