„Optreden VS te rechtvaardigen”
TILBURG (ANP) – Het doden van Osama bin Laden kan naar de letter van het internationaal recht niet door de beugel, maar het optreden van de Amerikanen valt wel te rechtvaardigen. De Amerikanen hoeven niet bang te zijn dat een internationaal hof zich ooit over de zaak zal buigen.
Dat zijn de eerste conclusies van Willem van Genugten, hoogleraar internationaal recht aan de Universiteit van Tilburg, over de dood van de leider van terroristennetwerk al-Qaeda in Pakistan. „Het optreden van de Amerikanen is te rechtvaardigen, maar ze zullen onder ogen moeten zien dat dit niet kan met een beroep op het geldend recht. De actie is niet legaal, maar wel legitiem.”
Op de eerste plaats is de soevereiniteit van Pakistan in het geding. Volgens eerste berichten is het land niet ingelicht over de Amerikaanse actie op Pakistaans grondgebied. Maar zelfs als dat wel het geval mocht zijn, noemt Van Genugten de actie „op of over de grens van het internationaal recht”.
Na de aanslagen van 11 september 2001 kon de toenmalige Amerikaanse president George Bush de oorlog tegen terreur rechtvaardigen met een beroep op zelfverdediging. Als een land kan aantonen dat het opnieuw en bovendien op korte termijn onder vuur kan komen te liggen, is militair optreden om dit te voorkomen onder bepaalde omstandigheden mogelijk.
Probleem is dat het argument van zelfverdediging tien jaar later aan kracht heeft verloren, voert Van Genugten aan. „Dit valt niet meer vol te houden. De Amerikanen zouden dan met heel concrete aanwijzingen moeten komen voor nieuwe aanvallen.” Er zou niets anders opzitten dan met landen afspraken maken over arrestatie en uitlevering van Bin Laden.
Maar de pragmatische oplossing die de Verenigde Staten nu hebben gekozen, valt goed te verdedigen, vindt de hoogleraar internationaal recht. De Amerikanen hebben de afgelopen tien jaar van alles geprobeerd om Bin Laden te pakken, terwijl de medewerking ter plaatse afwezig was. Arrestatie van de terrorist en berechting in de Verenigde Staten is praktisch niet uitvoerbaar.
„Het internationaal recht botst op politieke afwegingen. Dat wringt en dat knarst”, stelt Van Genugten. De dood van Bin Laden is het zoveelste voorbeeld van deze botsing, waarmee Nederland ook te maken kreeg rond de steun aan de inval in Irak. De commissie-Davids trok toen de lijn dat deze met het beroep op het volkenrecht niet goed te verdedigen was.
Van Genugten ziet een tendens waarbij het recht stapsgewijs land aan het veroveren is op de politiek, maar tekent daarbij aan dat het lastig is alles op papier vast te gaan leggen. „Die regels zouden dan zoveel clausules en details kennen dat ze niet meer te begrijpen zijn.”
Voor rechters die zich over de zaak zouden buigen hoeven de Amerikanen niet echt te vrezen. Pakistan zal nooit naar het Internationaal Gerechtshof stappen en het Internationaal Strafhof is ook niet in beeld. Alleen nabestaanden zouden naar een Amerikaanse rechter kunnen stappen als blijkt dat rond de actie tegen Bin Laden veel onnodige slachtoffers zijn gevallen.