„OM niet straffen voor gedrag anderen”
AMSTERDAM (ANP) – Het Openbaar Ministerie (OM) vindt dat het niet gestraft moet worden voor gedrag van anderen dat eventueel schadelijk zou kunnen zijn in de strafzaak tegen Geert Wilders. Officier van justitie Birgit van Roessel zei maandag in een reactie op een betoog van advocaat Bram Moszkowicz dat een niet-ontvankelijkheidsverklaring buiten proportie zou zijn.
Van Roessel duidde onder meer op raadsheer Tom Schalken van het gerechtshof Amsterdam, die volgens Moszkowicz vooringenomen was toen hij meeschreef aan de opdracht van het hof aan het OM om Wilders te vervolgen. Die bevooroordeeldheid zou Schalken hebben bewogen tot pogingen deskundige Hans Jansen en de publieke opinie te beïnvloeden. Het OM meent dat dat niet is gebeurd op zodanige schaal dat het relevant is voor de strafzaak.
Het kan goed zijn dat tijdens het beruchte etentje, waar Schalken en Jansen aanwezig waren, een discussie is ontstaan over de beschikking van het hof. En zoals het in elke discussie gaat, zal zijn geprobeerd elkaar ergens van te overtuigen, aldus de aanklaagster. Maar voor het OM staat niet vast dat sprake is geweest van beïnvloeding van een getuige zoals dat in de strafwet staat omschreven.
Als er al een schending is geweest van de onschuldpresumptie (iemand is onschuldig tot het tegendeel is bewezen), dan kan de rechtbank die nog rechtzetten in de uitspraak. Als die er al komt, want eerst moet de rechtbank beslissen op een betoog van Wilders’ advocaat Moszkowicz van maandag, over het feit dat hij vindt dat de rechtbank het OM niet-ontvankelijk moet verklaren. Die beslissing valt op 23 mei. Als Moszkowicz gelijk krijgt, stopt het proces.