Slob: inhoudelijk en soms hard in het debat
DEN HAAG – Hij was al eens fractievoorzitter van de ChristenUnie, maar werd toen geen lijsttrekker. Nu is Arie Slob opnieuw partijleider en wil hij bij de volgende verkiezingen wél de lijst aanvoeren.
Toen Rouvoet vorig jaar het fractievoorzitterschap weer op zich nam, moest Slob (49) noodgedwongen een stapje terug doen. Hij had de fractie gedurende de regeringsdeelname van de ChristenUnie drie jaar lang geleid. Het inleveren van verantwoordelijkheden ging de Zwollenaar merkbaar aan het hart. In zijn weblog maakte hij daar tenminste regelmatig melding van.
Dat weblog houdt hij trouwens, als een van de weinige politici, prima up-to-date. Dat typeert hem als een consciëntieuze, consequente volksvertegenwoordiger, die het belangrijk vindt verantwoording af te leggen van wat hij doet en wat hem bezighoudt.
Zo af en toe laat Slob zich in zijn blogs kennen als familieman. Wie trouw meeleest, blijft aardig op de hoogte van de verjaardagen van zijn kinderen en de –spaarzame– uitstapjes met zijn vrouw. Maar verder zijn de stukjes vooral inhoudelijk, gericht op het politieke metier. Ook weer typerend voor het oud-GPV-gemeenteraadslid.
Samen met Rouvoet reisde Slob begin 2007 af naar landgoed Lauswolt te Beetsterzwaag, waar ze voor de ChristenUnie de formatiebesprekingen zouden starten. De band tussen beide politici werd er innig. Rouvoet noemde Slob gisteren bij zijn afscheid niet voor niets „mijn goede vriend en politieke makker.”
Slob stelde de onderlinge relatie als fractievoorzitter zo af en toe op de proef als hij het –vanuit de dualistische houding die hem lief is– nodig achtte het functioneren van het kabinet te becommentariëren.
Ook in Kamerdebatten kan hij venijnig en hard uit de hoek komen. Maar dan wel op de zaak, en niet op de persoon gericht. Persoonlijke verhoudingen kan hij uitstekend goed houden. Dat heeft hij in de afgelopen jaren bewezen toen hij met de fractievoorzitters van de twee andere coalitiepartijen, Van Geel (CDA) en Hamer (PvdA), samen optrok en regelmatig als brug tussen beiden fungeerde. In die jaren leerde hij omgaan met de macht.
Zijn eerste taak is nu om namens de fractie een reactie te formuleren op het rapport van de commissie-Schipper, die het verlies bij de Kamerverkiezingen van vorig jaar heeft geëvalueerd. Vervolgens moet hij de wederopbouw van de partij leiden.
Dat moet lukken. Want zijn persoonlijke drive valt samen met die van de CU, liet hij vrijdag merken in een toespraak: „Een principiële onrust over het onrecht in de wereld. En een oprecht verlangen daar iets aan te doen. In de dienst aan God en de naaste bloeit iets op van het goede leven. Daarom hebben we een diep verlangen om in de politiek dienstbaar te zijn.”