Zwaarlijvig kijkboek #Sterrenchefs straalt liefde voor kookvak uit
Fotograaf Daniel Maissan portretteerde alle sterrenchefs van Nederland. Dat resulteerde in het boek #Sterrenchefs, dat meer een kijk- dan een kookboek is.
Whisky en verveling waren de ingrediënten van de avond waarop de Haarlemse fotograaf Daniel Maissan een inval kreeg. Hij wilde topkoks in een speciale lichtopstelling fotograferen. De foto’s die hij vervolgens maakte, lukten goed, toch was Maissan nog niet tevreden. Hij vroeg een chef-kok een ingrediënt uit te zoeken en dat in zijn mond te houden. En met die foto was Maissan wel ingenomen. Meerdere opnames met andere topkoks volgden.
Aanvankelijk wist de fotograaf nog niet wat hij precies met de beelden wilde. Een van de topkoks kwam toen met het idee om een boek te maken met portretten van alle chefs met één of meerdere sterren.
Een boek vol foto’s vond Maissan een saaie bedoening. Daarom interviewde hij ook vijftien chef-koks. Van elk verhaal spat de liefde voor het kookvak af. Jammer dat de fotograaf in nagenoeg elk interview eerst uitgebreid over zichzelf begint. Dat resulteert in zinnen als: „De receptioniste vraagt me om aan een tafeltje plaats te nemen, want de chef is nog even in gesprek.” Daar is de lezer niet nieuwsgierig naar. Juist de persoonlijke verhalen van de sterrenchefs zijn leuk. Zo vertelt –de enige vrouwelijke topkok van Nederland– Margo Reuten van Da Vinci uit Maasbracht dat ze haar personeel goed in de gaten houdt. „Ze moeten echt geen dag vergeten zich te scheren. Ik stuur ze gewoon terug naar huis om het alsnog even netjes te maken onder die neus en op de kin.”
Er kwam heel wat bij kijken om de 103 sterrenchefs op de gevoelige plaat te krijgen. Zo verreed Maissan in totaal bijna 1900 liter benzine, at hij ruim 100 kleffe benzinepompbroodjes en belde hij minstens 50 uur met chefs, grafische vormgevers en vele anderen.
Tot Maissans verbazing deden alle koks die hij benaderde mee – hoewel ze niet wisten hoe en waarmee ze precies op de foto zouden gaan. In zijn voorwoord schrijft hij: „Ik legde uit dat ze zelf iets uit de koelcel moesten halen terwijl ik de lampen klaarzette. Het was geweldig om dan een lichte paniek te bespeuren. Maar elke keer kwamen ze uit de keuken met iets dat echt bij hen paste.”
Bij iedere foto is het weer een verrassing welk ingrediënt de chef-kok heeft uitgekozen en op welke plaats hij het houdt. De ene kok heeft, redelijk normaal, een appel tussen zijn tanden, bij een ander steken de achterpoten van een kikker uit de mond. Een aantal foto’s roept de vraag op of er zo met voedsel mag worden omgesprongen. Wordt een biefstuk of een bout die op een hoofd is vastgebonden nog geconsumeerd?
Elke chef leverde ook een handgeschreven gerecht aan. Sommige zijn zo netjes uitgewerkt dat de lezer ermee aan de slag kan. Maar om bijvoorbeeld het gerecht van Jeroen Bavelaar van restaurant Posthoorn uit Monnickendam na te maken, moet je culinair van goeden huize komen.
Gelukkig staan er ook tien uitgewerkte recepten in het boek. Trek overigens rustig een middagje uit om een steak tartare van wagyurund in combinatie met kreeft en zomertruffel te maken. En een ijsmachine of een gasbrander achter de hand is bij sommige recepten wel handig.
Al met al is #Sterrenchefs niet zozeer een kookboek, maar meer een verrassend kijkboek (59,99 euro) van bijna 500 bladzijden. Erg jammer dat schrijver Ronald Giphart in het door hem geschreven voorwoord topkoks godenzonen noemt en ook andere toespelingen op God maakt.