Aan de bloedige strijd in Sri Lanka kwam in mei 2009 na 37 jaar een einde. De Tamil Tijgers, die jarenlang vochten voor een eigen staat, werden toen definitief verslagen. Tijdens het laatste offensief van het regeringsleger zijn waarschijnlijk tienduizenden mensen omgekomen.

Volgens de VN-commissie hebben beide kampen zich in die periode schuldig gemaakt aan barbaarse praktijken die als oorlogsmisdaden kunnen worden beschouwd. Het gaat om onder meer beschietingen van ziekenhuizen, standrechtelijke executies, verkrachtingen en het gebruik van menselijke schilden.

De commissie spreekt van „geloofwaardige aantijgingen” aan het adres van beide partijen en roept de regering van het Aziatische land op tot een onafhankelijk onderzoek. Of dat er komt is maar de vraag. Sri Lanka ontkent in alle toonaarden dat zijn militairen oorlogsmisdaden hebben gepleegd en heeft zich steeds fel verzet tegen het VN-onderzoek.

VN-chef Ban Ki-moon liet weten dat hij zelf niet bevoegd is om nader onderzoek te gelasten. Dat is een zaak van Sri Lanka zelf, al zou bijvoorbeeld ook de VN-Mensenrechtenraad of de Veiligheidsraad het initiatief kunnen nemen tot een aanvullend onderzoek.