Een woordvoerster van het ministerie van Defensie stelde dat het gaat om een oefening in het Trans-Saharagebied, waaraan Nederland al sinds 2008 meedoet. Maar volgens Van Bommel „is dit geen gewone oefening meer. We zitten daar in een oorlogsgebied”. Ook zijn ChristenUnie-collega Joël Voordewind gaat vragen stellen, omdat hij de indruk heeft dat onze militairen ook Afrikaanse eenheden trainen. „Welke landen en regimes steunen we hier indirect mee?”

Van Bommel wil ook opheldering over het uitwisselen van kennis en ervaring. Hij wees erop dat in de Kamer uitgebreid is gesproken over het sturen van een trainingsmissie naar de Afghaanse provincie Kunduz. De SP’er vraagt zich af of voor deelname aan Flintlock ook niet een zogeheten artikel 100-brief van het kabinet en toestemming van de Kamer nodig is. Voordewind noemt het „op zijn minst vreemd” dat de Kamer niet is geïnformeerd over de oefening.

De Defensie-woordvoerster benadrukt dat er niets geheim aan de oefening is, waaraan ongeveer dertig Nederlandse militairen enkele weken hebben meegedaan dit jaar. Zij wijst op een publicatie in de Defensiekrant onlangs. In dit artikel staat onder meer dat het doel van de oefening is te komen tot een meer eenduidige aanpak van extremistische dreiging in de regio. Volgens de zegsvrouw is het duidelijk een oefening, waarbij ook kennis en ervaring wordt gedeeld. Dat is volgens haar wat anders dan dat mensen worden uitgezonden als trainer, zoals naar Kunduz.