McCain wil erkenning voor rebellen Libië
BENGHAZI (ANP/RTR/AFP) – De Verenigde Staten en andere landen moeten de weg vrijmaken voor meer hulp aan de Libische rebellen door de Nationale Overgangsraad te erkennen als het enige wettige gezag in het Noord-Afrikaanse land. Dat heeft de Amerikaanse senator en voormalig presidentskandidaat John McCain vrijdag gezegd tijdens een bezoek aan Benghazi.
Volgens McCain zou internationale erkenning de opstandelingen toegang geven tot meer middelen om hun strijd te financieren. Zij proberen al sinds februari het regime van kolonel Muammar Kaddafi omver te werpen, maar slagen er ondanks luchtsteun van de NAVO niet in een vuist te maken tegen de sterker bewapende en beter getrainde regeringstroepen. McCain noemde de opstandelingen „helden” en zei zich geen zorgen te maken over de aanwezigheid van radicaalislamitische elementen onder de rebellen.
McCain, de hoogste Republikein in de Senaatscommissie voor de strijdkrachten, pleitte de afgelopen tijd herhaaldelijk voor een grotere Amerikaanse betrokkenheid bij de strijd in Libië. Hij stelde onder meer voor de opstandelingen in het Noord-Afrikaanse land van betere wapens te voorzien, zodat zij beter opgewassen zijn tegen de troepen van kolonel Kaddafi. De regering van president Barack Obama is daar echter terughoudend in omdat bewapening van de rebellen een schending zou kunnen zijn van het wapenembargo tegen Libië.
Admiraal Mike Mullen, voorzitter van de chefs van staven en de hoogste Amerikaanse officier, zei vrijdag dat de strijd in Libië in een impasse dreigt te geraken. Het belangrijkste front bevindt zich al weken rond de oostelijke plaats Ajdabiyah. De rebellen noch de regeringstroepen slagen erin daar een beslissende doorbraak te forceren.
Mullen ging daarmee in tegen minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton, die een dag eerder zei dat er helemaal geen sprake was van een patstelling in Libië. Zij zei dat de situatie nog altijd verbetert door de voortdurende druk die de internationale gemeenschap met sancties uitoefent op het Libische regime.