PVV wil meer koopzondagen, maar stemt tegen
DEN HAAG – Het aantal koopzondagen in Nederland wordt niet verruimd. Een voorstel hiervoor van D66 en GroenLinks krijgt in de Tweede Kamer geen meerderheid, met name omdat de partijen de cruciale steun missen van de PVV, zo bleek donderdag.
Eigenlijk is de PVV, gedoogpartner van het kabinet, een grote voorstander van meer koopzondagen. Maar PVV-Kamerlid Dion Graus erkende ruiterlijk de regering hierover niet in problemen te willen brengen.
„U kunt daar met vijf man gaan staan”, zei hij tegen de oppositie, „maar ik ben hier met de billen bloot gegaan.” Het niet verruimen van het aantal koopzondagen wordt gezien als een handreiking van het kabinet aan de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP), een partij die voor het kabinet belangrijk kan zijn voor een meerderheid bij stemmingen.
Graus zei zo veel mogelijk te willen samenwerken en erkende daarbij de „christelijke partner” in de toekomst mogelijk nog eens hard nodig te hebben. „Wij nemen onze verantwoordelijkheid. Dat betekent geven en nemen. Wij hebben genomen, maar moeten ook geven”, aldus Graus.
In het voorstel van de Kamerleden Ineke van Gent (GroenLinks) en Boris van der Ham (D66) beslissen gemeenten voortaan over het toestaan van koopzondagen. Volgens de huidige regels moet er scherp worden gekeken of een gebied wel echt belangrijk is voor toerisme. Alleen als dat zo is, mogen winkels vaker op zondag open zijn dan twaalf keer.
GroenLinks-Tweede Kamerlid Bruno Braakhuis bestempelde de houding van de PVV als een „rare afweging in belangen”. Hij vindt dat een volksvertegenwoordiger altijd moet kiezen voor de belangen van de achterban die hij of zij vertegenwoordigt.
PvdA-Tweede Kamerlid Sharon Dijksma noemde Graus „openhartig”. Maar zij vindt ook dat de PVV eerder gemaakte beloften aan kiezers niet waarmaakt, zoals dat volgens sociaaldemocraten eerder al gebeurde bij de AOW, het JSF-gevechtsvliegtuig en het openbaar vervoer.
In het verkiezingsprogramma had de PVV opgenomen dat ze een onbeperkt aantal koopzondagen wil, waarbij ondernemers zelf mogen beslissen of ze opengaan.