MKB-Nederland: Onderzoek koopzondag geen wassen neus
DEN HAAG – Het is vaste prik: steeds wanneer de Tweede Kamer zich buigt over koopzondagen heeft aan de vooravond een georkestreerde lobby van belangenclubs plaats.
Ook woensdag was het weer zover. De Consumentenbond, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de brancheverenigingen Detailhandel Nederland en CBL en de werkgeversorganisaties MKB-Nederland en VNO-NCW riepen de Tweede Kamer in een zeldzame vlaag van eensgezindheid op om vandaag het wetsvoorstel van D66 en GroenLinks –dat de besluitvorming over koopzondagen volledig bij gemeenten wil leggen– te omarmen.
Nu is het nog zo dat gemeenten per jaar maximaal twaalf koopzondagen mogen aanwijzen en alleen toeristische gemeenten een ruimer beleid wordt toegestaan. Maar door „zo strak op het toerisme te focussen, negeer je wensen van consumenten en ondernemers”, stelde Barbara den Uyl van de Consumentenbond woensdag tegenover nu.nl. Woordvoerder Mieke Ripken van MKB-Nederland sloot zich daarbij aan. „Ook de kleinere ondernemers zeggen: Doe mij open.”
Die argumentatie is opvallend, juist omdat het enige serieuze en brede onderzoek onder winkeliers over de koopzondag enkele weken geleden is gehouden. En laat daaruit nu luid en duidelijk klinken dat 90 procent van deze kleinere winkeliers extra koopzondagen helemaal niet ziet zitten en een meerderheid er zelfs liever minder heeft.
Mevrouw Ripken, heeft u dat onderzoek dan niet gelezen?
„Uiteraard, maar laat ik direct iets uit de wereld helpen: MKB-Nederland wil helemaal niet dat winkels vaker opengaan op zondag. Wat ik heb willen schetsen, is dat er twee kanten zijn aan dit verhaal en dat het raar is dat er nu vanuit Den Haag wordt bepaald wie waar open mag en hoe vaak. Enerzijds zijn er gemeenten waar winkeliers tegen hun zin extra koopzondagen door de strot geduwd krijgen. Anderzijds kreeg ik zojuist nog een mail van een winkelier uit Elburg. En die zegt: Er komen hier ’s zomers 800.000 toeristen, maar ik mag op zondag niet open.”
Maar dat is slechts een minderheid van 8 procent. Waarom voert u dan in de pers toch vooral argumenten aan waaruit het lijkt alsof winkeliers wel massaal vaker open willen?
„Ik zeg dat altijd genuanceerder tegen journalisten. Maar ze schrijven het gewoon niet op. Daarom krijg ik soms een sik van deze hele discussie. Wij pleiten niet blind voor meer koopzondagen. We zijn heus niet doof voor de kleine winkeliers in onze achterban. Het gaat ons erom dat je er nu als ondernemer geen enkele zeggenschap over hebt. ”
Gaan jullie het CWB-Mitex-onderzoek herhalen in andere branches?
„Dat heeft weinig zin. Ik denk dat dit onderzoek representatief is voor de meeste branches die wij vertegenwoordigen. Maar ons standpunt verandert er ook niet door. Je blijft nu eenmaal zitten met de situatie dat de mening over koopzondagen in Lutjebroek enorm kan verschillen van die in Amsterdam. Daarom is het belangrijk dat er lokaal besloten wordt, in samenspraak met winkeliers.”
Maar dat gebeurt dus vaak niet. Er zijn tal van gemeenten die, zelfs nadat uit onderzoek bleek dat winkeliers hierop tegen waren, er extra koopzondagen doordrukken.
„Als dat de praktijk is, moet je als regering zorgen voor spelregels. Daar pleiten wij ook voor. Wij willen dat zo’n draagvlakonderzoek bindend is voor gemeenten. Het kan niet zo zijn dat ze een negatieve uitslag naast zich neerleggen. Dat is me al te ruig. Zo’n onderzoek mag geen wassen neus zijn.”
Is dat een nieuw standpunt, want ik heb dat nog niet eerder van MKB-Nederland vernomen?
„Nee hoor. Er heeft gewoon nog nooit iemand naar gevraagd.”