Maar het kabinet heeft er onder druk van de Tweede Kamer voor gekozen een basistraining van twee weken extra te geven, zodat er meer aandacht is voor zaken als mensenrechten en integriteit. Nederland zal hiermee begin volgend jaar een proef houden in de noordelijke provincie Kunduz. Een ander land zal in een andere Afghaanse provincie een soortgelijke proef uitvoeren.

Nederlanders zullen nooit de training van zes weken geven, benadrukken de ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie en van Veiligheid en Justitie in hun brief. De Afghanen, de NAVO en de Europese politiemissie (Eupol) hadden begin februari afgesproken dat de basistraining zes weken blijft duren, omdat er nu vooral snel meer agenten nodig zijn. De partijen waren het volgens het kabinet toen al wel met elkaar eens dat op termijn de duur van de opleiding moet worden verlengd.

Het begin van het Nederlandse proefproject op het Duitse trainingscentrum in Kunduz is volgens hen een belangrijk eerste resultaat om tot die kwaliteitsverbetering te komen.

De verlengde training was een belangrijke eis van oppositiepartijen in de Tweede Kamer. Het minderheidskabinet van VVD en CDA had hun steun voor de nieuwe missie nodig, omdat gedoogpartner PVV en de grootste oppositiepartij PvdA tegen waren. Het kabinet kreeg D66, ChristenUnie en op het laatst ook GroenLinks pas mee, toen voor hen belangrijke beloften werden gedaan over duur en inhoud van de politietraining en over de civiele taken die de agenten krijgen.

Aan de Nederlandse trainingsmissie zullen in totaal 545 man meedoen. Tot en met augustus zijn er al ruim honderd militairen ter plaatse om de boel voor te bereiden. Ongeveer 165 Nederlandse trainers zullen in juli aan de slag gaan met praktijkbegeleiding in het district Kunduz. Vanaf eind augustus is de F-16-eenheid van ongeveer 120 man actief in Mazar-e-Sharif. In januari volgt dan de daadwerkelijke basisopleiding.