VN: onderzoek naar geweld Iraans kamp in Irak
GENEVE (ANP/RTR) – De mensenrechtenchef van de VN, Navi Pillay, wil een onafhankelijk onderzoek naar de dood van 34 mensen in kamp Ashraf in Irak, waar Iraanse dissidenten verblijven. Pillay maakte dat vrijdag bekend.
„Het lijkt zeker dat 34 mensen zijn gedood in kamp Ashraf, onder wie minstens zeven vrouwen. De meesten werden doodgeschoten en sommigen zijn doodgedrukt, vermoedelijk door voertuigen”, aldus Pillay. Waarnemers van de Verenigde Naties bezochten het kamp donderdag, na een inval door het leger van Irak op 8 april.
Volgens Pillay bestaat er geen excuus voor het hoge aantal slachtoffers. Ze wil dat iedere verantwoordelijke voor het buitensporige geweld wordt vervolgd.
De Iraakse autoriteiten zeggen dat veiligheidstroepen reageerden op geweld door de inwoners van het kamp. Die zouden zich hebben verzet tegen een operatie die erop gericht was om land van het kamp terug te geven aan Iraakse boeren. Drie mensen zouden zijn gedood door de veiligheidstroepen, de overige slachtoffers zouden al eerder zijn overleden.
De afgelopen jaren is Ashraf herhaaldelijk doelwit geweest van aanvallen door het Iraakse leger. Daarbij vielen doden en gewonden.
In Ashraf zitten ongeveer 3500 leden van de Iraanse Mudjahedin-e Khalq (MEK). De MEK werd in de jaren zestig opgericht door studenten. De ideologie is een mix van marxisme, feminisme en islam. In Iran heeft de oppositiebeweging volgens waarnemers bijna geen aanhang.
De MEK kwam in de jaren 80 naar Irak, dat destijds de aartsvijand van Iran was en geregeerd werd door Saddam Hussein. De organisatie opereerde vanuit Ashraf tegen het Iraanse regime.
De regering in Bagdad wil het kamp sluiten, maar de bewoners zijn hierop tegen omdat zij vrezen te worden uitgezet naar Iran. Het Iraakse ministerie van Defensie verklaarde deze week dat de leden van de MEK het land voor het eind van het jaar moeten verlaten. Bagdad beloofde de VN dat ze niet terug zullen worden gestuurd naar Iran. Ook Teheran dringt aan op ontmanteling van het kamp. Sinds de val van Saddam Hussein in 2003 is de relatie tussen Bagdad en Teheran sterk verbeterd.