Economie

Voorzitter CBW-Mitex: Winkelier kan koopzondag het best lokaal regelen

DOORN – De weerstand tegen zondagsopening in zijn achterban heeft hij onderschat. Toch ziet voorzitter Jan Meerman van CBW-Mitex geen reden om terug te keren op zijn schreden richting een vrijer koopzondagenbeleid. „Wat we nu hebben is een nepoplossing die geen stand zal houden.”

Marcel ten Broeke
15 April 2011 19:55Gewijzigd op 14 November 2020 14:34
Uit onderzoek van CBW-Mitex blijkt dat 90 procent van de winkeliers meer koopzondagen niet ziet zitten. Toch blijft voorzitter Jan Meerman pleiten voor een vrijer koopzondagenbeleid. Foto CBW-Mitex
Uit onderzoek van CBW-Mitex blijkt dat 90 procent van de winkeliers meer koopzondagen niet ziet zitten. Toch blijft voorzitter Jan Meerman pleiten voor een vrijer koopzondagenbeleid. Foto CBW-Mitex

Ja, het verraste hem wel, zegt Meerman over de uitkomst van het onderzoek naar de mening van zijn leden (7500 winkeliers in de woon, mode- schoenen- en sportbranche) over de koopzondag.

Een derde vóór verruiming, een derde tegen extra koopzondagen en een derde neutraal, zo schatte hij eind vorig jaar in deze krant nog de verhoudingen in. De weerstand is echter aanmerkelijk groter, bleek vorige week uit het onderzoek van de brancheorganisatie.

Meerman: „Een ruime meerderheid van bijna 90 procent van de zelfstandige winkeliers wil minder, of in ieder geval niet meer koopzondagen.” Veel winkeliers lijken zich volgens de CBW-Mitexvoorzitter af te vragen waar ze met z’n allen mee bezig zijn. „Een soort ratrace waarin ieder elkaar opjaagt naar alsmaar meer koopzondagen. Duidelijk is ook dat zelfs het grootwinkelbedrijf niet overal onbeperkt open wil.”

Iedere zondag koopzondag is daarom ook het laatste wat CBW-Mitex nastreeft, stelt Meerman. „Met het lokale koopzondagenbeleid dat wij bepleiten, bedoelen we puur dat we de beslissing naar gemeenten willen overhevelen, en dus niet dat winkels per definitie vaker open moeten op zondag.”

Een enkel bestuurslid was die lijn volgens Meerman niet helemaal duidelijk, waardoor intern wat deining ontstond na de herbevestiging van het al eerder ingenomen standpunt. Meerman: „Bestuursleden denken verschillend over dit onderwerp. Het ene lid vindt dat winkeliers dag en nacht open moeten kunnen zijn, weer een ander ziet het liefst helemaal geen koopzondagen. Uiteindelijk is er een besluit genomen en dat is dat wij nog steeds vinden dat je zondagsopenstelling het beste op gemeentelijk niveau kunt regelen.”

Met een landelijke bepaling kom je nu eenmaal niet weg, meent Meerman. „Daarvoor is de verscheidenheid simpelweg te groot. Tussen gemeenten –Amsterdam en Rotterdam krijg je echt niet dicht– maar ook tussen lokale middenstanders en het grootwinkelbedrijf.”

Hoewel hij de huidige beschermende wetgeving (maximaal twaalf koopzondagen, uitgezonderd toeristische gemeenten) vorige week in deze krant nog betitelde als „zo gek nog niet”, wegen bij een nadere beschouwing de voordelen hiervan voor CBW-Mitex toch niet op tegen de nadelen. „Wat we nu hebben, is volgens een meerderheid van ons bestuur een nepoplossing met een lukraak gekozen grens van twaalf koopzondagen en een toeristisch regime dat, ondanks het nieuwe wetsvoorstel dat misbruik moet voorkomen, aan de lopend band ontdoken wordt.”

Meerman heeft er bovendien geen vertrouwen in dat deze wet nog lang overeind blijft. „Gezien de politieke verhoudingen is de VVD nu eventjes voor handhaving van het huidige beleid, maar bij volgende verkiezingen zal ze weer even hard als voorheen pleiten voor totale vrijheid voor winkeliers.”

Uiteindelijk is een toenemende druk op de zondag voor winkeliers niet tegen te houden, denkt Meerman. „En dat kan ik persoonlijk wel goed of slecht vinden, maar CBW-Mitex is opgericht om de belangen van ondernemers te behartigen, niet om landelijke trends te becommentariëren.”

Een beleid waarbij gemeenten in overleg met winkeliers en consumenten zelfstandig het aantal koopzondagen mogen bepalen, verdient wat de Woudenberger betreft dan ook de voorkeur. „Het is de minst slechte regeling, al zul je uit mijn mond ook weer niet horen dat het een ideale regeling is. Ik zie echt wel in dat er ook in gemeenten politieke spelletjes kunnen worden gespeeld en dat het belang van ondernemers niet zelden ondergeschikt wordt gemaakt aan dat van consumenten of aan gemeentelijke profileringsdrift.”

Maar toch, als winkeliers érgens invloed hebben, dan is het wel in hun eigen habitat, denkt Meerman. „Als een winkelier in Maastricht niet open wil op zondag, kan die dat toch echt beter dáár regelen dan in Den Haag. Lokaal heb je als ondernemer simpelweg de meeste invloed om een regeling af te dwingen waar je achter staat. Als extra waarborg willen we wel dat gemeenten bij besluiten over koopzondagen eerst de mening van winkeliers peilen en de uitkomst meewegen in hun eindoordeel.”

Waarop is uw vertrouwen in de lokale democratie op dit punt gebaseerd? De lijst van gemeenten die over de rug van winkeliers het aantal koopzondagen uitbreiden, groeit.

„Ik heb de indruk dat, nu de wet grotendeels landelijk geregeld is, winkeliers tot nog toe in hun gemeente te veel achterover hebben geleund, waardoor gemeenten er makkelijk extra koopzondagen konden doorjassen. De ondernemer moet in mijn ogen zijn winkel uit en naar het gemeentehuis stappen, om daar te vechten voor de regeling die hem bevalt. De huidige wet beschermt winkeliers heus niet. Dat moeten ze echt zelf regelen, lokaal.”

U bepleit nu dat gemeenten een draagvlakonderzoek moeten houden waar ook winkeliers bij worden betrokken, maar was niet juist het feit dat steeds meer gemeenten enquêtes die klip-en-klaar stellen dat de plaatselijke middenstand extra koopzondagen niet ziet zitten, gewoonweg naast zich neerleggen, reden voor uw onderzoek?

„In dergelijke gevallen zal toch de lokale democratie haar werk moeten doen. We geloven in democratie, of niet? Dus moeten winkeliers die hierover ontevreden zijn, stemmen op partijen die hun belang wel behartigen.”

Verkiezingsuitslagen worden toch veel meer door burgers bepaald dan door winkeliers? Als het draagvlakonderzoek dat u bepleit niet bindend is, kunnen gemeentebestuurders het simpelweg naast zich neerleggen.

„Dat is ook precies het punt waarover ik me zorgen maak. Zo’n bindend draagvlakonderzoek komt in het bestuur van CBW-Mitex op de agenda te staan. Daarmee zouden we in mijn optiek het meest recht doen aan de uitkomst van dit onderzoek. Het bestuur is heus niet doof voor signalen. Nieuwe wetgeving hoeft hiervoor niet te worden gemaakt, bij voorkeur niet zelfs. Volgens mij kunnen we gewoon aansluiten bij de regeling voor Bedrijven Investerings Zones, die nu al in veel gemeenten geldt. Ik zal me vervolgens ook tot MKB-Nederland wenden met deze wens (Meerman is daar vicevoorzitter, MtB). Ook daar nemen ze immers de uitkomst van dit onderzoek serieus.”

Zo’n bindende enquête onder winkeliers kan vergaande consequenties hebben voor gemeenten waar de winkels nu 52 zondagen per jaar open zijn.

„Inderdaad, en dat zullen we dan moeten aanvaarden. Ik kan u verzekeren: het grootwinkelbedrijf zal daarmee niet blij zijn, maar dat is dan maar zo. Al kun je dergelijke besluiten ook weer niet van de ene op de andere dag opleggen. Als overheid moet je wel een beetje betrouwbaar blijven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer