In Baflo schoot een 25-jarige man woensdag de agent nabij het station dood. Een vrouwelijke agente (22) raakte gewond. De verdachte bracht vermoedelijk kort daarvoor in een woning in Baflo een vrouw om het leven.

„Het lijkt erop dat de man ernstig door het lint is gegaan. Wellicht was hij onder invloed van drank, pillen of poeders. In zulke gevallen lopen de gevaarsstreepjes voor de politie snel hoger op”, reageert Timmer. Aanhoudingen van extreem gewelddadige verdachten is „heel lastig.”

Mogelijk heeft de verdachte de hoofdagent doodgeschoten met een politiewapen, dat hij buit zou hebben gemaakt tijdens een worsteling. Mocht dat zo zijn, dan moet het politiewapen al schietklaar zijn geweest, oppert Timmer.

Het lijkt hem zeer onwaarschijnlijk dat de verdachte het politiewapen uit de holster heeft getrokken. „Een jaar of vijf geleden is het holster zo aangepast dat buitenstaanders niet zomaar een politiewapen uit dat holster kunnen trekken. Agenten moeten bepaalde handelingen verrichten om hun wapen uit hun holster te trekken. Dat vergt specifieke training.”

De voorbereiding van agenten op crisissituaties kan beter, zegt Timmer, die benadrukt dat hij op dit moment geen oordeel velt over de handelwijze van de agenten in Baflo. „De afgelopen jaren is er veel verbeterd als het gaat om het trainen van agenten met het oog op crisissituaties. Toch kan het beter. Trainingen zouden frequenter moeten worden gegeven. Een van de beste veranderingen op de politieacademie de afgelopen jaren is de invoering van een drieweekse cursus ”Vaardigheden aanhouding in groepsverband”. Nu nog krijgt een zeer beperkt aantal agenten de cursus. Wat mij betreft moeten veel meer politiemensen zo’n training krijgen.”

In Nederland komt gemiddeld eens in de drie jaar een agent door geweld om het leven. Daders gebruiken in het overgrote deel van de gevallen een wapen. De op een na laatste agent die werd omgebracht, is hoofdagente Gabriëlle Cevat uit Amstelveen. Zij werd in 2008 doodgeschoten. De dader, de 51-jarige in Aruba geboren Franklin F., kreeg vorig jaar in hoger beroep twaalf jaar cel en tbs.

De dood van een agent raakt niet alleen het Groningse korps, maar de politie in heel Nederland, weet Timmer. „Iedereen rouwt en leeft mee.”

Het incident in Baflo vertoont gelijkenis met een voorval in Enschede in 2004, stelt Timmer. Toen schoot een Duitse drugsdealer de 47-jarige brigadier Jan Wind dood. Net als in Baflo raakte ook in Enschede een collega-agent gewond. „In beide gevallen ging de politie achter gevaarlijke verdachten aan.”

In Amerika ligt het aantal door geweld omgekomen politiemensen verhoudingsgewijs vele malen hoger dan in ons land. „Als je de cijfers van daar vertaalt naar Nederland, zouden in ons land tien agenten per jaar door geweld omkomen. Dat er in Amerika relatief veel meer agenten worden doodgeschoten heeft te maken met de geweldscultuur in dat land en het feit dat in verhouding veel mensen daar een wapen bezitten.”

Achter de dood van agenten zitten stuk voor stuk drama’s. Timmer: „Juist gisteren liep ik in de Tuin van Bezinning in Warnsveld, waar agenten worden herdacht die tijdens hun werk zijn omgekomen. Ik zag wat verwaaide bloemetjes. Eén daarvan legde ik bij de gedenkplaats van hoofdagent J. Ax. Een jongen van 14 jaar sloeg hem in 1956 in Den Haag dood met een bijl.” Frappant is dat de ”Lijst van omgekomen Nederlandse politiefunctionarissen” op Wikipedia als oorzaak meldt: roofmoord om dienstpistool.