Bezielende preek kost de prediker wat
LEICESTER – Een door de Geest bezielde prediking kost de prediker wat. Dat stelde ds. Martin Holdt, predikant in Pretoria (Zuid-Afrika) en rector van het Afrikaans Baptist Seminary, tijdens de derde dag van de Leicesterconferentie.
De lezing van ds. Holdt concentreerde zich op de Heilige Geest en de voorbereiding van de prediking. Hij maakte duidelijk dat een door de Geest bezielde prediking wat vraagt van de prediker.
In de eerste plaats moet een predikant voldoende tijd vrijmaken om te bidden en het Woord te bestuderen. Ds. Holdt hekelde luiheid en gemakzucht in de voorbereiding van de prediking. „Wie de gemeente wil voeden, mag de plaats van het gebed in de voorbereiding niet onderschatten. De basis van een goede voorbereiding is de wisselwerking tussen Schriftstudie en gebed.”
In het gebed dient een predikant God Zijn eigen handschrift –de Bijbel– te tonen, dat ziet Hij zo graag (G. Swinnock). Toen een jonge predikant eens aan zendeling James Fraser vroeg hoe hij zijn preken maakte, antwoordde deze: Op mijn knieën.
Behalve het vrijmaken van tijd en het belang van gebed onderstreepte ds. Holdt het belang van het in het oog houden van het doel van de Schrift. Het gaat over God. Daarom moet een predikant niet over een tekst preken, maar het Woord laten spreken.
Lewis Allen, kerkplanter in Huddersfield, sprak over het verlangen van de kerk naar aanleiding van de laatste verzen van de Bijbel (Openbaring 22:20-21). Hij constateerde dat de Bijbelse werkelijkheid van de wederkomst van Christus in de kerken niet echt leeft. „De wederkomst van Christus is geen randverschijnsel in de Bijbel. Er zijn honderden verwijzingen naar de wederkomst te vinden. In die verwijzingen blijkt tevens duidelijk dat de wederkomst verweven is met Christus’ komst in het vlees, Zijn verzoening en Zijn verlossingswerk.”
De lezing diende vooral het doel predikanten bewust te maken van dit gegeven en het verlangen naar de wederkomst op te wekken. Allen: „Verlangen naar de wederkomst staat haaks op de tijdgeest. Onze tijd wordt gekenmerkt door –in woorden van John Murray– „ongebreidelde doelloosheid en hopeloosheid.”
De predikanten werden met klem gewezen op hun taak om in de prediking „zondaren op het laatste oordeel voor te bereiden.” De lezing eindigde met de vraag of het verlangen naar de tweede komst van Christus bij de conferentiegangers een levend verlangen is.
In een kerkhistorische lezing gaf Phil Arthur, predikant te Lancaster, de bezoekers een inkijkje in het leven van William Tyndale. Hij was een Bijbelvertaler die de Schrift voor het Engelse volk binnen handbereik bracht. Zijn vertaalarbeid heeft, volgens ds. Arthur, een geestelijke aardbeving veroorzaakt. Liefde tot God, Zijn Woord en het volk van Engeland dreven hem in zijn werk.
De latere King Jamesbijbel borduurt voort op Tyndales vertaling. Tyndale is in 1536 als ketter veroordeeld en in Vilvoorde op de brandstapel terechtgekomen. Zijn laatste woorden waren: „Heere, open de ogen van de koning van Engeland.”
Dit is het derde en laatste verslag van de Leicesterconferentie, die woensdag is beëindigd.