Vakcentrales FNV en CNV trokken onlangs aan de bel, omdat werkgevers steeds vaker vaste krachten zouden ontslaan om die te vervangen door uitzendkrachten en andere flexwerkers. PvdA-Kamerlid Mariëtte Hamer vroeg toen al om opheldering bij Kamp. Hij zei daarop dat uitkeringsinstituut UWV soms in deze gevallen een ontslagvergunning verstrekt.

Volgens Van den Besselaar is sprake van „onrechtmatige ontslagvergunningen” als mensen worden vervangen. „Ik raad de minister aan dit pad der dwaling snel te verlaten.” Hij dreigde met een motie om Kamp „op het rechte pad te dwingen”.

De VVD-bewindsman benadrukte dat er helemaal geen sprake is van nieuw beleid, maar uitvoering van het zogenoemde Ontslagbesluit zoals het al is. Wel erkende hij dat het UWV de laatste tijd een verandering ziet in „de aard en frequentie” van het beroep op de mogelijkheid om vaste krachten door flexwerkers te vervangen.

Volgens Kamp gelden strenge voorwaarden voor het verlenen van ontslagvergunningen in dit soort situaties. Een werkgever moet aannemelijk maken dat het noodzakelijk is om het personeelsbestand flexibeler te maken voor een doelmatige bedrijfsvoering. Zo moet er sprake zijn van een structurele situatie met een substantieel meer wisselend werkaanbod. Ook moet duidelijk zijn dat de vaste krachten niet elders of flexibeler ingezet kunnen worden.

Van den Besselaar stelde dat de minister misschien niet de regels aanpast, maar door een andere uitvoering wel tornt aan de ontslagbescherming. Verder verweten de PvdA en SP Kamp het gebruik van flexibele krachten op de arbeidsmarkt te stimuleren.

Verder is de SP kritisch, omdat vaste krachten die worden ontslagen soms als tijdelijke werknemers weer worden ingehuurd door hun oude werkgever. „Werkgevers mogen niet eenzijdig de arbeidsvoorwaarden veranderen. De regel is: pas als het werk er niet meer is, kun je iemand ontslaan”, stelde SP’er Paul Ulenbelt.