Liberale Teeven gaat voor eigentijds gokbeleid
DEN HAAG – Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) wil het gokbeleid moderniseren en verruimen. De liberaal in hart en nieren kiest voor een eigentijdse benadering.
„Waar in de vorige kabinetsperiodes vooral de risico’s bepalend zijn geweest voor de invulling van het gokbeleid acht ik thans een meer eigentijdse benadering van dit beleidsveld wenselijk”, schreef Teeven de Kamer een maand geleden. Treffender had hij zijn beleidsvisie niet kunnen omschrijven: eigentijds en daarmee door en door liberaal.
De organisatie van gokken en andere kansspelen is in Nederland geregeld via de Wet op de kansspelen uit 1964. Deze wet stelt dat het strafbaar is om deel te nemen aan of gelegenheid te bieden tot het meedingen naar prijzen „waarbij de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige kansbepaling”, tenzij de organisator een vergunning heeft.
Een opvallende constante in het Nederlandse gokbeleid is alle jaren door de kanalisatiegedachte geweest. Het aantal aanbieders van kansspelen zoals loterijen, de voetbaltoto, lotto, casinospelen en roulette is doelbewust beperkt tot één of een enkele monopolist, zoals Holland Casino, de Staatsloterij en de Lotto. Op die manier probeert de overheid gokverslaving te voorkomen. Overige aanbieders krijgen geen vergunning en worden daarmee van de markt geweerd.
Onder anderen minister Hirsch Ballin verdedigde dit beleid met hand en tand. Hij ondervond daarbij dat Europese regelgeving deze benadering steeds meer onder druk zet. Consistentie ziet Brussel als belangrijke vereiste om buitenlandse aanbieders vergunningen te weigeren.
Buitenlandse exploitanten van kansspelen met een laag verslavingsrisico van de markt weren, is niet toegestaan als riskantere vormen van gokken in datzelfde land straffeloos mogen worden aangemoedigd via reclame.
Ook door de groei van het illegale circuit gingen er stemmen op om het beleid te herzien. Wie via internet een pokerspel, een sportweddenschap, een casinospel of een speelautomaatspel aanbiedt waarbij aan het eind prijzen worden uitgekeerd, is formeel nog altijd strafbaar. Tegelijkertijd is bekend dat veel gokkers juist in het illegale circuit meespelen, zonder dat daar zicht op is.
Mede daarom kwam Hirsch Ballin in de zomer van 2009 met een voorstel om het pokerbeleid te verruimen. Hij wilde Holland Casino laten experimenteren met het aanbieden van pokerspelen buiten het casino, bijvoorbeeld in gokhallen of in een buurtcentrum. De staatsmonopolist bleef in dat plan wel de enige aanbieder.
De door Hirsch Ballin ingestelde adviescommissie-Jansen adviseerde augustus vorig jaar aanbieders van internetpokeren toe te laten tot de markt.
Teeven neemt dat advies nu over én doet er een schepje bovenop. Hij wil het aantal vergunningen niet alleen uitbreiden voor pokerspelen; ook voor sportweddenschappen, casinospelen en speelautomaatspelen via internet.
De trendbreuk ten opzichte van het beleid van minister Hirsch Ballin is daarmee een feit. Eigenlijk volgt Teeven voor het gokken dezelfde redenering als de paarse kabinetten-Kok deden voor prostitutie en euthanasie: haal zaken uit de illegaliteit door ze te reguleren en zet voor het gereguleerde deel in op controle en handhaving.
Met die benadering vindt Teeven in elk geval de verslavingsklinieken op zijn weg. Zij vrezen dat hij de risico’s op een groei van het aantal gokverslaafden uit het oog verliest.
Verder willen zij dat het uitbreiden naar internetgokken zo veilig mogelijk gaat, via waarborgen, zoals een online-identificatieplicht voor spelers of het verplicht invullen en bijhouden van een spelersprofiel.
Op die manier valt het op als spelers meer inleggen dan zij hadden aangegeven. Spelers krijgen zo ook inzage in hun prestaties en speelgedrag.