Algerije bereid tot overleg met ontvoerders Europeanen
De Algerijnse president Abdelaziz Bouteflika heeft dinsdag gezegd dat hij bereid is tot besprekingen met de ontvoerders van vijftien Europeanen, onder wie de Nederlander Arjen Hilbers.
Bouteflika zei dat zijn regering ten behoeve van de gijzelaars bereid is ‘een deur open te laten voor de terroristen’. Hij voegde hieraan toe dat dit ‘het maximum’ is. Hij verklaarde dat de gijzelaars zich allen op één plaats bevinden en dat de ontvoerders zich bij hen bevinden, al beweert een Algerijns dagblad het tegendeel.
Volgens de Algerijnse autoriteiten is de ontvoering het werk van de Salafisten Groep voor Prediking en Strijd (GSPC), die vecht voor omverwerping van het door het leger gesteunde bewind. De beweging zou banden onderhouden met het terreurnetwerk Al–Qaida.
Bouteflika riep de Europese Unie op hem meer hulp te geven in zijn strijd tegen binnenlandse terroristische bewegingen. Hij zei dat hij van allerlei kanten begrip heeft gekregen, om eraan toe te voegen dat effectiever optreden mogelijk is ‘als we meer materiële middelen zouden hebben’.
De krant El Watan meldde dinsdag dat de ontvoerders zich hebben opgesplitst in groepjes van drie of vier personen, een stap die het moeilijker zou maken de gijzelaars te bevrijden. Het blad noemt geen bron voor het bericht.
De vijftien ontvoerden zijn behalve Hilbers tien Duitsers en vier Zwitsers. Zij zijn in februari en maart ontvoerd toen zij op motoren en met jeeps een tocht door de Sahara maakten. Algerijnse militairen wisten op 13 mei zeventien andere ontvoerde westerlingen te bevrijden.