„Herziene Statenvertaling zal in orthodoxie domineren”
DEN HAAG – De Herziene Statenvertaling (HSV) zal de komende vijftig jaar het Bijbellandschap van de gereformeerde orthodoxie ter rechterzijde domineren, verwacht dr. John Exalto. „En misschien nog wel langer als de Stichting HSV er in slaagt die Bijbel steeds weer te herzien, zodat het op den duur natuurlijk geen Statenbijbel meer mag heten.”
Hij zei dat zaterdag in Den Haag tijdens een bijeenkomst van de Vereniging van Nederlandse Kerkgeschiedenis (VNK), gewijd aan het thema ”De (Herziene) Statenvertaling in historisch perspectief”.
Exalto, wetenschappelijk medewerker aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, stond stil bij de revisiegeschiedenis van de Statenvertaling vanaf 1756. Revisies van de Statenbijbel voorzagen in een behoefte. Het zou echter spoedig blijken dat ze niet ver genoeg gingen en dat er behoefte was aan een nieuwe vertaling.
Het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG), opgericht in 1814, kwam in 1951 met een eigen vertaling. Als reactie op het NBG trad sinds 1971 de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) op. Het ontstaan van de GBS is een belangrijk markeringspunt in de verdere reformatorische herzuiling die vooral in de jaren zeventig haar beslag zou krijgen, aldus Exalto.
Exalto somde verschillende bezwaren op die de laatste tijd tegen de HSV ingebracht zijn, zoals het ontbreken van een kerkelijk mandaat, een kloof met het voorgeslacht, uiting van „een andere geest”, gebrek aan een unieke combinatie van geleerdheid en godzaligheid. Kernbezwaar is vooral de geestelijke kloof: De natuurlijke mens verstaat met zijn verdorven verstand de verborgenheden Gods niet, daar kan een gemoderniseerde Bijbel niets aan verhelpen.
In de media trok volgens Exalto vooral het argument van de HSV als „list van de duivel” de aandacht. De retoriek van de duivel heeft volgens Exalto deels via het Amerikaanse fundamentalisme in Statenbijbelkringen ingang gevonden. In 1974 vertaalde de GBS een brochure gepubliceerd onder de titel ”Schriftvervalsing of Het meesterstuk van de duivel” (1974), een samenvatting van ”The Devil’s Masterpiece” van de Amerikaanse baptistenpredikant M. L. Moser. Het boekje was gericht tegen ”Good News for Modern Man” (1966), voorloper van Goed Nieuws Bijbel.
Een andere vorm van Amerikaans fundamentalisme op Nederlandse bodem zag Exalto bij de Nederlandse ”Bijbelgelovende Baptisten”, die zo’n drie gemeenten hebben in het Noorden van Nederland. Hun inspiratie en naam ontlenen zij aan de Bible-believing Baptists uit de Verenigde Staten, die zweren bij de Authorized Version (King James Version 1611) en bovennatuurlijke complottheorieën aanhangen: Alleen de Statenvertaling en de King James zijn op ware handschriften gebaseerd.
Exalto noemde de ”bibliolatrie” (verering van de Bijbel, red.) van de GBS een Nederlandse variant van het genoemde Amerikaanse fundamentalisme. Er is een sterke hang om de zuivere, onverminkte tekst te handhaven en daar tittel noch jota aan te veranderen. De omgang met de Bijbel in orthodox-bevindelijke kring is in de loop van de twintigste eeuw in de houdgreep van een „bewust anti-modernisme” geraakt. Exalto: „Het anti-modernisme heeft bij de GBS geleid tot een onbeweeglijkheid inzake de revisie van de Bijbeltekst, een onbeweeglijkheid die een geestelijke scheidingslijn in de gereformeerde orthodoxie blootgelegt die we al bij de Tukkerbijbel (taalkundige herziening van de Statenvertaling in 1977, red.) tot openbaring zagen komen.”
Beide stichtingen, de GBS en de HSV, zeggen volgens Exalto bewogen te zijn met de jongere generatie, wat zich uit in respectievelijk kanttekeningen en taalkundige herziening. „Maar hoe lang zal het nog duren voordat we allemaal met een iPad op schoot al zappend op www.biblija.net de bijbel zullen lezen, elke keer opnieuw voor de keus: welke vertaling zullen we nu eens nemen?”
Een lid van de vereniging stelde dat de HSV steeds meer ingang vindt in brede kringen van de volkskerk, die nu verdeeld is tussen het NBG en de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV). „Je ziet nu dat veel middenorthodoxe gemeenten de HSV gebruiken omdat deze geschikter is als studiebijbel dan de NBV en ook moderner in taal is dan de NBG-editie.”
Prof. dr. C. Houtman, emeritus hoogleraar Oude Testament in Kampen, constateerde in zijn lezing dat de huidige verscheidenheid van Bijbelvertalingen „een hopeloze verdeeldheid van het Nederlandse protestantisme” laat zien. „Een gemeenschappelijke identiteit kan men zelfs niet ontlenen aan een gemeenschappelijke Bijbelvertaling. Elke stroming heeft zijn eigen vertaling.”
De HSV is volgens prof. Houtman meer dan een vertaling en wil ook recht doen aan de huidige stand van zaken op het gebied van de Bijbelwetenschap. Maar zij heeft zich daarbij beperkingen opgelegd en wil vasthouden aan het ”aroma” van de Statenvertaling. Het grote onderscheid met de NBV is dat deze laatste gegroeid is op de grond van de historisch-kritische Bijbelwetenschap en uitgaat van de Bijbel als een veelsoortige hoeveelheid van godsdienstige geschriften.