Gezondheid

Paracetamol middel van eerste keus bij artrose

Artrose zorgt voor pijn en stijfheid in gewrichten. Injectie met een speciale gel in het gewricht is een optie. Maar pijnstillers zoals paracetamol blijven voor reumatoloog dr. Alfons den Broeder het middel van eerste keus.

Wim van Hengel
9 April 2011 08:09Gewijzigd op 14 November 2020 14:27
Bij artrose raakt het kraakbeenlaagje (blauw) dat de gewrichtsvlakken bedenkt, door veroudering aangetast. Het wordt dunner en brosser. Foto Fotolia
Bij artrose raakt het kraakbeenlaagje (blauw) dat de gewrichtsvlakken bedenkt, door veroudering aangetast. Het wordt dunner en brosser. Foto Fotolia

Een recente vraag in de rubriek Volgende Patiënt van deze krant leidde bij een aantal lezers tot de vraag of de gel-injectie bij artrose wellicht interessant voor hen is.

Den Broeder, opgeleid als reumatoloog en epidemioloog en hoofd van de stafafdeling reumatologie in de Sint Maartenskliniek in Nijmegen, begrijpt de belangstelling. „Artrose komt veel voor”, zegt hij. Het kraakbeenlaagje dat de gewrichtsvlakken bedekt, raakt aangetast. De aandoening kan optreden in allerlei gewrichten, vooral bij ouderen en meer bij vrouwen dan bij mannen. „Het kraakbeen wordt dunner en brosser. Dat kan leiden tot pijn in het gewrichtskapsel, het botvlies en ook in de pezen. Ook is het aangedane gewricht minder beweeglijk.”

De behandeling van artrose richt zich op pijnvermindering. Den Broeder: „Het is dus symptoombestrijding. Die zou volgens de richtlijnen moeten beginnen met een goede dosering paracetamol, driemaal daags 2 tabletten van 500 milligram, in totaal dus 3000 milligram per dag. Dat is vaak afdoende. Uit eigen onderzoek van patiënten die naar onze kliniek komen, blijkt echter dat minder dan 40 procent twee weken achter elkaar zo’n dosering voorgeschreven heeft gekregen door de huisarts. Terwijl ze wel naar onze kliniek worden doorgestuurd met de vraag of ze in aanmerking komen voor een operatie.”

Een volgende stap, indien nodig, zijn zwaardere pijnstillers zoals ibuprofen, diclofenac of milde morfineachtige middelen. Ook die tweede stap heeft minder dan 40 procent van de patiënten gemaakt, aldus Den Broeder. „In onze kliniek voor knie- en heupartrose behandelen we patiënten drie maanden lang volgens de richtlijnen van het kennisinstituut CBO. Bij de helft leidt dat tot het drastisch verminderen of zelfs verdwijnen van de klachten.”

Een derde optie zijn injecties met corticosteroïden. Ze worden volgens Den Broeder vooral gegeven in de knie. „Zo’n prikje stelt niet veel voor. Binnen een paar minuten zit de vloeistof erin. Het effect houdt zo’n vier weken aan. Corticosteroïden hebben een ontstekingsremmend effect en verminderen de pijn. Ze lijken op bijnierschorshormonen, soms voelen mensen zich daardoor wat opvliegerig, maar dat is alles.”

Gel-injecties, in medische kring aangeduid als viscosupplementen, vormen een andere mogelijkheid en worden ook vermeld in de CBO-richtlijn. Den Broeder: „Ze maken het injectievocht iets dikker, dus je zou het een gel kunnen noemen.” Ze bevatten hyaluronzuur, een stof die van nature ook voorkomt in de gewrichtsvloeistof. Fabrikanten kunnen het synthetisch namaken. De bekendste producten zijn Synvisc en Orthovisc.

De gelbehandeling is volgens Den Broeder effectief, maar blijft een vorm van symptoombestrijding. „De pijn wordt minder. Dat is in onderzoek aangetoond.” Het effect houdt ongeveer drie maanden aan, zo bleek in 2009 uit een Cochranereview, een analyse gebaseerd op de resultaten van diverse studies. „Een enkele keer krijgen mensen een dikke knie door vochtontwikkeling, maar verder zijn er geen bijwerkingen.”

Het grootste verschil tussen een injectie met corticosteroïden en hyaluronzuur vormen de kosten van de behandeling, stelt Den Broeder.

„De prik met corticosteroïden kost ruim 5 euro. Synvisc, het viscosupplement dat wij gebruiken voor de gelbehandeling, kost 300 euro voor drie injecties die iemand kort achter elkaar krijgt waarna de patiënt drie maanden vooruit kan. Volgens de jongste meldingen zou dat een halfjaar zijn, maar daarover zijn nog weinig gegevens beschikbaar. Het lijkt beter te werken bij milde dan bij ernstige artrose.”

De patiënt moet de kosten van de behandeling bovendien zelf betalen, want zorgverzekeraars vergoeden de therapie niet. „Injecties met Synvisc geven we in onze kliniek daarom alleen, conform de richtlijn, aan mensen bij wie paracetamol onvoldoende helpt, die geen zware pijnstillers mogen slikken, die op corticosteroïden niet reageren en die we niet kunnen opereren. Het gaat om zo’n tien personen met knieartrose op een totaal van 500 tot 1000 patiënten die jaarlijks het artrosecentrum bezoeken.”

Mensen nemen vaak hun toevlucht tot glucosamine en chondroïtinepreparaten, is de ervaring van Den Broeder: „Die aanpak leek aanvankelijk te helpen, maar er is nu afdoende bewijs dat dit niet het geval is. De jongste beoordeling van diverse studies over glucosamine, opgenomen in de Cochranedatabase, maakt dit duidelijk. Uit de analyse blijkt ook dat gesponsorde studies veelal positief zijn, in onafhankelijke onderzoeken is het effect nihil.”

Een laatste optie is operatieve vervanging van het aangedane gewricht. Met heup- en knieprotheses zijn de ervaringen volgens Den Broeder prima. „Negen van de tien patiënten raken pijnvrij. Kunstgewrichten gaan echter niet onbeperkt mee. Met tien tot vijftien jaar zijn ze doorgaans aan vervanging toe.”

Klik voor meer informatie op onderstaande links:

www.reumafonds.nl Richtlijn specialisten voor behandeling van artrose Cochrane review, samenvatting Cochrane, artikel over publicatie artrose


„Blijf bewegen”

Beweging is voor mensen met artrose heel belangrijk, zegt reumatoloog Den Broeder. De spieren worden er sterker door en het stimuleert de vochtcirculatie in het gewricht.

„Mensen hebben bij pijn de neiging minder te gaan bewegen. Ze denken vaak dat artrose komt door slijtage en dat minder bewegen dit proces remt. Dat is echter niet zo. In de eindkootjes van de vingers treedt artrose vaak als eerste op. Dat zijn niet de gewrichten die zwaar belast worden. Sterkte en dikte van het kraakbeen spelen wel een rol, evenals de kwaliteit van het bindweefsel rond het gewricht. Daarnaast is het tempo waarin cellen nieuw kraakbeen aanmaken een factor die meespeelt. Bij ouderen gaat de afbraak sneller dan de aanmaak.”

Opvallend genoeg nemen de pijnklachten bij de meeste mensen met artrose door de jaren heen niet toe, soms zelf af, zo blijkt uit een grote Nederlandse studie.

Als tweede belangrijke tip bij artrose noemt Den Broeder het voorkómen van overgewicht. „Overgewicht verdubbelt tot verdrievoudigt de kans op knieartrose en op verergering daarvan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer