Eerder had de Belgische minister van Financiën Didier Reynders een soortgelijk bedrag genoemd. Minister Jan Kees de Jager hield zich vrijdag op de vlakte over de omvang van de steun.

Tijdens het beraad in Gödöllö is afgesproken dat Europese Commissie, Europese Centrale Bank en Internationaal Monetair Fonds (IMF) zo snel mogelijk met de Portugese autoriteiten in overleg gaan. Half mei moet er duidelijkheid zijn.

Portugal krijgt alleen hulp als het zijn financiële situatie drastisch saneert, onder meer door de verkoop van staatsdeelnemingen. Ook moet het zorgen dat zijn economie beter in de pas loopt en dat de financiële sector goed functioneert.

Minister De Jager noemde vooral de zwakke economische prestaties van Portugal een probleem. Begrotingstekort en staatsschuld in dat land zijn volgens hem „minder alarmerend” dan in Griekenland, dat eerder bij eurolanden om hulp moest aankloppen. Portgal moet met hervormingen komen die leiden tot meer economische groei en een betere arbeidsmarkt. Daarvoor zijn ingrepen nodig in bijvoorbeeld sociale zekerheid, ontslagrecht en pensioenen.

De eurolanden willen alleen met Portugal over steun praten als het de betrokkenheid van het IMF accepteert. Het land is nogal huiverig voor IMF-bemoeienis, maar heeft vrijdag niet geprobeerd daaronder uit te komen, zei De Jager. Ook is aan de demissionaire Portugese regering de „keiharde eis” gesteld dat de oppositie het saneringspakket steunt. „Minimaal de grootste oppositiepartij moet meetekenen”, zei De Jager.

Enkele weken geleden viel het kabinet van de Portugese socialist José Socrates omdat het een bezuinigingspakket niet door het parlement kreeg. Dit verworpen pakket wordt volgens De Jager „het startpunt” van wat de Portugezen nog moeten doen.

Volgens de CDA-minister heeft Portugal te lang gewacht met orde op zaken te stellen. Als de Portugezen enkele maanden eerder hadden ingegrepen, had een steunaanvraag mogelijk achterwege kunnen blijven. De regering in Lissabon heeft geruime tijd volgehouden zijn eigen boontjes te kunnen doppen, hoewel de rente op staatsleningen sterk opliep. Pas deze week klopte zij in Brussel aan om hulp.

De Jager verwacht niet dat na Portugal nog meer eurolanden een beroep moeten doen op het noodfonds. Hij denkt dat „de boosdoeners nu geïsoleerd zijn van de rest”. Voorwaarde is wel dat alle eurolanden zich aan de afspraken houden, onderstreepte hij.

Het noodfonds voor de euro bevat in totaal 750 miljard euro, afkomstig van eurolanden, Europese Commissie en IMF. Tot dusver kreeg alleen Ierland een lening toegezegd. Het ging om 67,5 miljard. Griekenland kreeg eerder al 110 miljard van eurolanden en IMF, maar toen bestond het noodfonds nog niet.