Verkoop legermateriaal strikt geregeld
DEN HAAG (ANP) – De ingrijpende bezuinigingsingreep bij Defensie zal niet alleen het personeel, maar ook het materieel treffen. Naar verwachting zullen helikopters, tanks, mijnenjagers en F16-gevechtsvliegtuigen worden verkocht. De verkoop van defensiemateriaal is gebonden aan strenge procedures en regels, zo blijkt uit stukken van de Tweede Kamer en de website van Defensie Materieel Organisatie.
De verkoop van overtollige spullen van land- en luchtmacht en de koninklijke marine is een taak van Defensie Materieel Organisatie, gevestigd in de Frederikskazerne in Den Haag.
Bij de verkoop wordt onderscheid gemaakt tussen strategische zaken, zoals oorlogsschepen, tanks en jachtvliegtuigen en niet-strategische zaken zoals kleding, kasten, voertuigen. Die laatste categorie draagt Defensie over aan de Domeinen Roerende Zaken. Die verkoopt de goederen via een openbare veiling.
Strategisch materieel wordt niet openbaar, maar op basis van onderhandelingen met andere overheden verkocht. Verkoop is alleen mogelijk aan landen die voldoen aan de criteria van het Nederlandse wapenexportbeleid. Ook is een exportvergunning nodig. Bij de verkoop van strategische goederen zijn behalve het ministerie van Defensie ook de departementen van Financiën, Buitenlandse Zaken en Economische Zaken betrokken.
Voor de uitvoer van wapens gelden vanwege aspecten van veiligheid internationale afspraken. Voor export moet een vergunning worden verleend. De Tweede Kamer krijgt maand- en jaarrapportages over de verstrekte vergunningen. De Kamer stelt regelmatig zowel mondelinge als schriftelijke vragen aan het kabinet over het wapenexportbeleid.
Eén van de criteria bij het uitgeven van een wapenvergunning, is criterium 8, ofwel het ontwikkelingssamenwerking-criterium. Bij toetsing ervan wordt gekeken naar de relatie tussen uitgaven aan wapens en de uitgaven aan onderwijs en gezondheidszorg in het kopende land.
De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Directie Veiligheidsbeleid zijn eveneens nauw betrokken bij het verstrekken van een exportvergunning voor wapens en materieel. Zo kijken de diensten naar het eindgebruik van de goederen, de risico’s en mogelijk ongewenste activiteiten van de eindgebruiker.
Overtollig defensiematerieel is een van de belangrijkste wapenstromen die Nederland verlaten. Zo werden onlangs Kamervragen gesteld over de mogelijke inzet van door Nederland geleverde pantservoertuigen in het oliestaatje Bahrein. Het land zou ze hebben gebruikt tegen betogers. Zulke voertuigen zijn in de jaren negentig in grote aantallen ook verkocht aan Egypte.