Doden in Iraans oppositiekamp in Irak
BAQUBA (ANP/AFP) – Bij rellen in het Iraanse oppositiekamp Ashraf in Irak zijn vrijdag volgens het Iraakse leger drie doden gevallen. De Iraniërs beweren dat er meer dan twintig doden zijn gevallen en honderden gewonden.
In het kamp Ashraf zitten circa 3500 leden van de Mudjahedin-e Khalq (MEK). Het ligt 80 kilometer ten noorden van de hoofdstad Bagdad. Van 2003 tot 2009 viel het onder de Amerikanen. In 2009 namen de Irakezen het beheer over. In dat jaar waren er ook al rellen in het kamp, waarbij twaalf Iraniërs omkwamen.
De botsingen vrijdag begonnen vroeg in de ochtend toen militairen posities innamen op de begraafplaats van het kamp. De militairen werden bekogeld met onder meer stenen. Een ziekenhuis bevestigde drie doden en twintig gewonden te hebben ontvangen.
De regering in Bagdad wil al langer het kamp sluiten, maar de ingezetenen zijn hierop tegen omdat zij vrezen te worden uitgezet naar Iran. Ook Teheran dringt aan op ontmanteling. Sinds de val van Saddam Hussein in 2003 is de relatie tussen Bagdad en Teheran sterk verbeterd.
De MEK werd in de jaren zestig opgericht door studenten. Zij vochten eerst tegen de sjah en later het islamitische bewind in Teheran. De ideologie is een mix van marxisme, feminisme en islam. In de oorlog tussen Irak en Iran van 1980 tot 1988 vocht de MEK aan de zijde van de Irakezen. Dat kostte MEK veel steun in Iran. Tegenwoordig heeft de oppositiebeweging volgens waarnemers bijna geen aanhang in dat land.