SGP-leider Van der Staaij noemde de manier waarop de bewindsman het thema godsdienstvrijheid oppakt, donderdagmorgen „positief.” Rosenthal wil er volgens hem „echt werk van maken.”

De minister heeft er woensdag twee notities over naar de Tweede Kamer gestuurd. Eén ervan bevat zijn mensenrechtenbeleid, de tweede gaat specifiek over de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst. In de laatste nota reageert Rosenthal op de „relevante” notitie ”Vergeten mensenrecht” die de SGP hem eind vorig jaar heeft overhandigd.

Rosenthal kondigt in zijn nota onder meer aan dat hij een proefproject op vijf ambassades om de positie van religieuze minderheden te verbeteren, wil uitbreiden naar tien ambassades. Van der Staaij is daar „erg positief” over.

Belangrijk vindt hij ook dat Rosenthal van plan is het thema godsdienstvrijheid prominent op de agenda te zetten in EU-verband en bij de VN. De minister belooft onder meer dat Nederland in de EU zal bepleiten dat door de VN-Mensenrechtenraad geweld tegen en discriminatie van religieuze minderheden scherp wordt veroordeeld.

Verder schrijft de minister dat hij consequent aandacht zal vragen voor godsdienstvrijheid tijdens reizen naar landen waar die vrijheid onder druk staat.

In de nota van de minister leest Van der Staaij weinig terug over de inzet van sancties en drukmiddelen. In de fractienotitie pleit de SGP er bijvoorbeeld voor om de positie van gelovigen expliciet mee te wegen bij het verstrekken van ontwikkelingshulp. Het kabinet zou geen begrotingssteun moeten geven aan regeringen die religieuze minderheden vervolgen.