IKV Pax Christi: Dubbele maat Westen tegenover dictaturen
UTRECHT – Directeur Freek Landmeter van IKV Pax Christi bouwde als jong ingenieur mee aan een bunker voor de Libische kolonel Muammar Gaddafi. Hij steunt de internationale interventie in Libië, maar hekelt de hypocrisie in de westerse houding ten opzichte van het land.
Begin jaren tachtig toog Landmeter voor een Nederlands bouwbedrijf naar Libië om mee te werken in verschillende bouwprojecten. Zo bouwde hij aan bruggen en wegen, maar ook aan een bunker voor de Libische leider Gaddafi in de havenstad Brega. Pas in de loop van het project drong tot hem door waar hij eigenlijk mee bezig was.
In de tijd dat Landmeter met de schuilbunker bezig was, stortte er boven het Schotse Lockerbie een Amerikaans vliegtuig neer, waarbij 270 doden vielen. Er werd gedacht aan een aanslag en de beschuldigende vinger wees naar Libië, waarna het land met zware sancties geconfronteerd werd. De affaire drukte Landmeter met de neus op het dubieuze karakter van het Libische regime, maar ook op de hypocrisie van het Westen. „Het vreemde was dat ik nadien alle bouwmaterialen nog gewoon uit het Westen kon betrekken”, zegt Landmeter in het kantoor van IKV Pax Christi in Utrecht. „De westerse landen maakten duidelijk dat Libië geen zaken meer met hen kon doen, maar dat bleek toch gewoon te kunnen.”
Landmeter maakte een radicale beslissing en besloot „aan de andere kant van de streep” te gaan staan: de burgers. Hij zegde zijn baan op en werd vrijwilliger voor Artsen zonder Grenzen. Voor die organisatie werkte hij in vier verschillende landen, totdat hij in 2001 bij IKV/Pax Christi terechtkwam. Daar houdt hij zich momenteel opnieuw intensief bezig met Libië en de ontwikkelingen in andere Arabische landen.
De directeur van de vredesbeweging zegt blij te zijn met het internationale besluit om de burgers in Libië te beschermen. „Ja”, zegt hij, „we staan als IKV/Pax Christi een zeer terughoudende opstelling voor bij interventies. Maar hier moeten er burgers beschermd worden.” Landmeter geeft aan het bijzonder te vinden dat deze resolutie er is gekomen, terwijl er geen sprake is van direct eigenbelang voor het Westen, zoals in Irak en Afghanistan.
Maar weten we wel hoe het na de interventie verder moet?
„Duidelijk is dat Gaddafi de mensenrechten met voeten treedt en dat er een slachting dreigde, waarbij grote aantallen burgerslachtoffers zouden vallen. We kunnen de situatie niet laten escaleren, enkel omdat we nog niet precies weten hoe het verder moet.
Ik pleit wel voor terughoudendheid bij vervolgstappen, we moeten niet in valkuilen uit het verleden stappen. Er dreigt in Libië inderdaad instabiliteit en daarom moet er veel gesproken worden tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Daarin kan het Westen ondersteunen, maar het is vooral belangrijk dat de burgers de ruimte krijgen om zelf een stabiele samenleving op te bouwen.”
Hoe reëel is die kans in een sterk verdeeld Libië?
„Je zou kunnen zeggen: Libië heeft 42 jaar een dictatuur gekend, dus het mag ook 42 jaar duren voordat er stabiliteit is. Ik bedoel ermee dat we niet van de ene op de andere dag wonderen moeten verwachten. De opstandelingen in Libië vormen een gemêleerde groep, maar onder hen zijn ook intellectuelen die het land anders wil runnen. Het zal echter geduld vergen.”
In Libië zijn ook islamistische groepen actief, die Gaddafi onder de duim hield.
„Ja, maar dat rechtvaardigt nog geen dictatuur. Het is ook geen reden om Gaddafi maar met rust te laten. We moeten in het Westen niet met twee maten meten als het onze eigen veiligheid betreft. Mensenrechten moeten voor alles gaan.”
Dan zijn we na Libië nog niet klaar.
„Dat klopt. Mensenrechtenproblematiek kan echter ook op een andere manier aan de orde worden gesteld dan via interventies. Waarom hebben westerse landen lange tijd uitstekende relaties onderhouden met het regime van Gaddafi? Het is wrang dat we nu geconfronteerd worden met het wapentuig dat we ooit zelf geleverd hebben. Ik pleit voor een buitenlands beleid waarin mensenrechten de absolute maatstaf zijn en niet ons eigenbelang. Uiteindelijk biedt dat overigens ook de stabielste wereldorde.”
Daar hebben we weer die westerse bemoeizucht in soevereine landen, zullen sommigen zeggen.
„Dat zullen de regimes zeker zeggen. Het gaat echter om universele waarden. Daarbij is er soms enige interpretatieruimte, maar iedereen voelt aan wanneer er grenzen worden overschreden, zoals in Libië.”