Kerk & religie

„Predikanten hebben scheut piëtisme nodig”

Ook in hervormd-gereformeerde kring bestaat de neiging om de klemmende vraag of ook ík zal ingaan in het Koninkrijk van God te verwaarlozen. Deze signalering bracht prof. dr. A. de Reuver er donderdag tijdens de jaarlijkse predikantenconferentie van de Gereformeerde Bond toe zijn collega’s een spiegel voor te houden.

Kerkredactie
4 January 2002 09:42Gewijzigd op 13 November 2020 23:20

In een lezing over ”Piëtistische motieven voor vandaag” wees hij erop dat dat element in Jezus’ onderricht juist het volle pond krijgt en door de piëtisten werd benadrukt. „Dat moet je geen piëtistische heilsversmalling noemen”, vindt de hoogleraar. „Het was geen piëtist, maar het was Jezus Zelf Die de poort smal noemde en niet verzweeg dat kinderen van het Koninkrijk buitengeworpen kunnen worden.”

De Utrechtse hoogleraar kerkgeschiedenis betoogde in zijn referaat dat het zeventiende-eeuwse piëtisme niet alleen historisch interessant is, maar ook voor vandaag relevant. Hij ziet als een van de ernstigste tendensen van de crisis waarin de christenheid in West-Europa nu verkeert, dat de verborgen omgang met God gaat kwijnen of verdwijnen.

Die actualiteit van het piëtisme schuilt voor prof. De Reuver in de kritische zorg van de piëtisten om de kerk en de aandacht voor de persoonlijke omgang met God. „Hun intenties vragen met te meer urgentie om bijval.”

Hij noemde de omgang met de Bijbel van de piëtisten heel intens. Dat hoeven we wat hem betreft niet te kopiëren, „maar hun oogmerk dient ook het onze te zijn, namelijk het praktiseren van een authentieke spiritualiteit.”

Prof. De Reuver haalde vijf motieven van de piëtisten naar voren. Zo domineert de Geest bij hen de letter. „Dat betekent niet dat de letter is uitgeleverd aan onze willekeur, maar dat onze willekeur aan banden is gelegd door de letter. Die letter is immers niet de onze, maar die van de Geest.” In de praktijk van het schriftonderzoek betekent dit voor de hoogleraar dat de lezing wordt voorafgegaan en gedragen door het gebed.

Hij wees erop dat we in het Woord God Zelf ontmoeten, een ander piëtistisch motief. Als de Bijbel voorwerp van gewetensvol onderzoek is, maar louter voorwerp blijft zonder dat het komt tot de ontmoeting met God, is dat onder de maat van het christelijk geloof. Ook al getuigt dit van wetenschappelijke objectiviteit. Godskennis zit in de hersenpan een voet te hoog, aldus prof. De Reuver.

Verder is de Bijbel bij de piëtisten vooral een meditatiebron, aldus prof. De Reuver. De meditatieve omgang met de Schrift heeft volgens hem voorrang boven iedere andere.

Hij bedoelde dat niet chronologisch. „Maar in de omgang met de Bijbel is een meditatieve gezindheid fundamenteel.” Wie het spoor van de meditatie verlaat, loopt schade op aan zijn ziel, waarschuwde prof. De Reuver.

De piëtisten kenden, ondanks hun brede belangstelling, in hun omgang met de Bijbel één brandpunt: de liefde van en tot Jezus. Het hart van de Schrift ontsluit zich, aldus de hoogleraar, aan het liefdeshart van Jezus.

„En hoe zou ik Hem niet liefhebben, Die mijn oude bestaan totaal voor Zijn rekening nam en wegbracht in Zijn offerdood om me op de derde dag een compleet vernieuwde identiteit aan te brengen? Het geloof ervaart Gods liefde, die door de Geest in het hart wordt uitgestort. Wanneer deze liefde ons bezielt, zijn we goed af. En die ons horen niet minder”, hield de hoogleraar de predikanten voor.

Omdat de kille kerk en de harde wereld ongekende behoefte lijken te hebben aan dit geschenk van de liefde, wenste prof. De Reuver hun een flinke scheut piëtisme toe.

Voorafgaand aan de lezing van prof. De Reuver nam dr. F. A. van Lieburg, docent aan de Vrije Universiteit, de predikanten mee met een vogelvlucht door vier eeuwen piëtisme en de omgang met de Bijbel.

De kern lag en ligt, aldus Van Lieburg, in het primaat van het geestelijk schriftverstaan. „Een starre bijbelse inspiratieleer of een strikte historiciteitsopvatting hebben in deze traditie nooit een centrale betekenis gehad.”

Hij legde in zijn lezing verder onder andere de vinger bij de breed aanvaarde gedachte dat de Reformatie de Bijbel onder het volk heeft gebracht. Daar is volgens hem het nodige op af te dingen.

Er was namelijk al voor de Reformatie de beweging om de Bijbel bij het volk te krijgen. Zo circuleerden er evangelieharmonieën. Ook werd er op veel plaatsen in de volkstaal gepreekt, stelde Van Lieburg.

De beschikbaarheid van de Bijbel in de volkstaal was volgens hem voor de Reformatie geen principieel punt. „Het ging haar alleen om de Schrift als maatstaf voor de theologie en het kerkelijke leven.” Door ervaringen met dopersen zijn de reformatoren er al snel voor teruggeschrokken de Bijbel in de handen van leken te geven, lichtte hij toe.

Wel kwam het volk via de prediking veelvuldig met de Bijbel in aanraking. De reformatoren wilden met behulp van Catechismus en Institutie eerst de rechte leer verbreiden. Pas de beweging van de ”tweede reformatie” wilde, aldus Van Lieburg, heel de Bijbel tot geestelijk bezit van iedere gelovige maken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer