Verdachte van afpersing Ahold heeft niet bekend
Verdachte J. van Z. heeft de pogingen tot moord in de afpersingszaak tegen Ahold, in tegenstelling tot wat justitie beweert, niet bekend. „Hij heeft die pogingen juist stellig ontkend”, stelde zijn advocaat A. Huisman maandag in een verklaring.
De raadsman zegt nu pas te kunnen reageren, omdat de rechter-commissaris beperkingen had opgelegd. Daarom mocht de verdediging tot nu toe niet inhoudelijk over de zaak naar buiten treden.
Het openbaar ministerie wilde maandag niet op de beweringen van Huisman ingaan. Wel stelde het OM in een persbericht van 6 mei dat de twee verdachten in deze zaak allebei hun betrokkenheid bij de pogingen tot moord en afpersing hadden bekend.
De aanklagende instantie verdenkt de 29-jarige Van Z. samen met de 32-jarige natuurkundeleraar E. W. van pogingen tot moord, afpersing en illegaal wapenbezit. De twee eisten enkele miljoenen euro’s van het supermarktconcern, vermoedt justitie. Om hun eis kracht bij te zetten, werd enkele keren op willekeurige woningen in Deventer, Zwolle en Meppel en een filiaal van Albert Heijn in Zwolle geschoten.
Omdat de afpersers meer willekeurige slachtoffers dreigden te maken, begon de politie een grootschalig onderzoek met een team dat uiteindelijk uitgroeide tot 180 mensen van verschillende korpsen. Tijdens het politieonderzoek is er contact met een afperser gelegd. Dat leidde ertoe dat de politie de twee verdachten uit Zwolle op 4 mei kon aangehouden.
Volgens Huisman heeft zijn cliënt verklaard dat hij en W. goed bevriend waren. W. heeft Van Z. op een zeker moment gezegd dat hij belastende informatie had over een bedrijf. W. wilde het chanteren. Van Z. hoorde pas na zijn aanhouding dat dit het Ahold-concern betrof, stelt Huisman.
„Geleidelijk aan stelde W. Van Z. ongeveer 25.000 euro in het vooruitzicht om een aantal ondersteunende taken te doen, zoals chauffeurswerkzaamheden en op de uitkijk staan. Van Z. is op dit voorstel ingegaan”, staat in de verklaring van Huisman. Zijn cliënt heeft dit volgens eigen zeggen uit vriendschap gedaan en omdat hij een gokschuld van 30.000 euro had.
Ook heeft Van Z. toegegeven dat hij een pistool van W. in bewaring heeft gehad, waarmee diverse keren op woningen zou zijn geschoten. Huisman benadrukt echter dat zijn cliënt geen weet heeft gehad van het schieten op woningen.