Dat meldde de ontwikkelingsorganisatie donderdag bij de publicatie van het jaarverslag.

De inkomsten namen ten opzichte van 2009 met 27 procent toe tot ruim 37 miljoen euro en zijn afkomstig van particulieren, scholen, kerken, bedrijven en institutionele fondsen.

Het grootste deel van de groei kan op noodhulp geschreven worden. De achterban van Woord en Daad steunde massaal de slachtoffers van de aardbeving in Haïti. Er werd 6,3 miljoen euro aan Woord en Daad gedoneerd voor de ramp in Haïti.

De betrokkenheid vanuit de achterban in Nederland was ongekend, aldus Jan Lock, voorzitter van de raad van bestuur van Woord en Daad. „We konden een belangrijke rol spelen in het verbinden en overbrengen van de grote betrokkenheid van onze achterban in Nederland en de partnerorganisaties waarmee we wereldwijd samenwerken, naar de getroffen mensen in Haïti. Hiermee wordt de grote waarde van de langdurige en loyale steun van de achterban onderstreept.”

De nasleep van de economische crisis en heftige koerswisselingen veroorzaakten ook de nodige turbulentie in 2010. Woord en Daad was genoodzaakt de begroting bij te stellen en ambities bij te stellen.

Ook werd door het nieuwe kabinet fors gesneden in het budget voor ontwikkelingssamenwerking. Toch kreeg Woord en Daad samen met Red een Kind een 5-jarige subsidie toegekend. De toekenning betekende weliswaar een korting van 42 procent op de subsidieaanvraag, maar Woord en Daad krijgt maar een beperkt deel van 20 procent van haar inkomsten uit subsidie.

In 2010 is 94,5 procent van de totale bestedingen naar de doelstellingen van Woord en Daad gegaan. Het kostenpercentage voor fondsenwerving was hierbij 4,2 procent. Dit ligt ruim onder de vereiste norm van het Centraal Bureau Fondsenwerving van 25 procent. De totale organisatiekosten van Woord en Daad in 2010 waren 9,06 procent van de totale omzet.