De moslim B1098 besloot in het voorjaar van 1992 uit zijn woonplaats Belgrado naar zijn geboortestreek bij Zvornik te gaan. Kort na zijn aankomst begonnen geüniformeerde en soms gemaskerde Serviërs met de etnische zuiveringen. Zij beroofden moslims en pleegden massamoorden. Aanklager Geoffrey Nice liet de getuige maandag onder meer beklemtonen dat veel van de etnische zuiveraars uniformen van het toenmalige nationale leger droegen. Dat werd door etnische Serviërs gedomineerd.

Begin juni werd B1098 van zijn gezin gescheiden door bewapende Serviërs en ruim vier dagen in Karakaja mishandeld, waarbij hij getuige was van moorden op welgestelde moslims. Vervolgens moest B1098 samen met zo’n dertig anderen in een ruimte in een pand tegen de muur gaan staan. Een jonge soldaat van het leger opende het vuur op de groep. B1098 overleefde echter zijn executie en hield zich enige tijd dichtbij de executieplek verborgen.

Hij is zo naar eigen zeggen getuige geweest van de executies van tweehonderd moslims. Van naar schatting zevenhonderd in juni 1992 samengedreven moslimmannen uit de streek is niets meer vernomen. Er is nog steeds onderzoek gaande naar de mogelijke plaatsen waar hun lijken kunnen zijn.

In zijn kruisverhoor betwistte Milosevic het verhaal van B1098 door onder meer te wijzen op het feit dat er geen lijken zijn gevonden. Ook vond hij de beschrijving van B1098 over zijn executie ongeloofwaardig. De ruimte van drie bij drie meter zou te klein geweest voor de gemelde misdaden. Milosevic zette zijn verweer kracht bij met een plastic koffiebekertje en betoogde dat daar geen liter water in kan. De getuige verzint zaken, meende Milsosevic, die dinsdag B1098 nog twintig minuten lang mag ondervragen.