„Beperkte groep binnen CGK dwarsboomt oecumene”
VEENENDAAL – Een kleine maar invloedrijke groep van behoudende christelijke gereformeerden houdt de oecumene in de Christelijke Gereformeerde Kerken tegen, meent ds. J. Wessels, directeur van de Evangelische Alliantie (EA).
Hij sprak zaterdag tijdens de landelijke conferentie van de Vereniging van Regionale Christelijke Gereformeerde Studiekringen (RCGS) in Veenendaal. Het thema van de bezochte bijeenkomst was ”Kleine oecumene: mission (im)possible”.
De christelijke gereformeerde ds. Wessels constateerde dat het met de oecumene tussen de kleine gereformeerde kerken maar moeizaam gaat. „De sleutel is in handen van een kleine groep mensen in behoudende christelijke gereformeerde kerken. Ze houden de oecumene tegen als die niet in hun straatje past.” De EA-directeur denkt dat angst voor veranderingen de oorzaak is. Hij vindt het in dat verband opvallend dat zijn kerkverband op de laatste synode de kansels voor de hersteld hervormden heeft opengesteld.
Prof. dr. J. W. Maris, emeritus hoogleraar aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, schetste de oecumenische contacten van de CGK met de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK). Hij sprak over een „zeer onvruchtbare geschiedenis van de ontmoeting van kerkelijke identiteiten” en over „kampioenen die voor eigen kerkelijk gelijk de arena betraden.” De kerkelijke gemeenschappen zijn elkaar niet nader gekomen. „Als het pijnlijk werd voor ons kerkelijk vlees haakten we af.”
Prof. Maris zou het niet erg vinden als de CGK over veertig jaar geen afzonderlijk georganiseerde kerk meer zou zijn en zou zijn opgenomen in een groter geheel, als het geestelijk erfgoed maar bewaard wordt.
Ir. K. Mulder, voormalig secretaris van het deputaatschap kerkelijke eenheid van de GKV, vindt het verkeerd dat in zijn kerkverband het primaat voor de oecumene ligt bij het landelijk kerkverband en niet bij de plaatselijke gemeente. Hij meent dat zijn kerk onvoldoende is ingespeeld op de radicale veranderingen in de samenleving, doordat de cultuur en de structuur van de kerk niet zijn aangepast. „Het wordt tijd dat we de zwakke punten van het presbyteriale kerkstelsel onder ogen zien en dat we de blik ook richten naar het congregationalistische model. „Het wordt tijd dat de kerkverbanden erkennen dat het bij de punten van verschil, zoals de belijdenis en de vrouwelijke ambtsdragers, gaat om vragen die binnen alle drie de kerkverbanden leven. De muur en de schuttingen tussen de CGK, de NGK en de GKV mogen niet blijven staan. Dan is er ook perspectief voor één theologische universiteit in de toekomst.”
Tips samenwerking
Tijdens de conferentie ”Kleine oecumene: mission (im)possible” verstrekte Jan Noorlandt, secretaris van de Vereniging van Regionale Christelijke Gereformeerde Studiekringen, aan de deelnemers een stuk met dertig tips voor de kleine oecumene. Een complete lijst met honderd tips wordt in het najaar gepubliceerd.
Uit het stuk blijkt een verlangen en streven naar oecumene, passend bij de strekking van wat de sprekers tijdens de bijeenkomst stelden.
Enkele stellingen:
• Het is goed als de kerkenraden richting wijzen, maar laat de gemeente invullen.
• Laat in contacten verbazing en verwondering heersen boven irritatie en onbegrip.
• Als je de leerdienst op zondagmiddag deelt, dan begint het delen van de leer ook.
• Soms kun je beter goede vrienden blijven en niet gaan trouwen.
• Stuurgroepen die doelen centraal stellen maar mensen vergeten, raken overstuur.
• Ga niet over historisch gelijk en ongelijk praten.
• De kerk is een boom met veel bladeren, ook gele en bruine.
• Naar elkaar groeien heeft met hart en attitude te maken, niet met technieken.
• Strakke doelen verstikken het proces van herkenning.
• In verkeringstijd moet je praten, samen dingen doen en samen bidden.
• Je moet de ander niet willen veranderen maar verbaasd zijn dat de ander jou met jouw afwijkingen accepteert.
• Praat over de eigen gemeente, en niet over bepaalde predikanten die ter discussie staan.
• Ga meer samen zingen en samen spreken en minder discussiëren.