Twee van de deelnemers, het mariene instituut Imares van Wageningen Universiteit en het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ) hebben dat vrijdag laten weten.

Het Nederlands zeegebied bestond tot voor kort uit delen van de Noordzee en de Waddenzee, samen ruim 61.000 vierkante kilometer groot. Door onder andere de nieuwe status van Curaçao en Sint Maarten is daar in een klap 83.000 vierkante kilometer Caraïbisch zeegebied met een zeer hoge biodiversiteit bijgekomen.

In het ‘nieuwe’ stukje Nederland is volgens de deskundigen vooral de 60 kilometer lange en 30 tot 40 kilometer brede Sababank ten zuiden van het eiland Saba waardevol. Dit verzonken atol dat vrij dicht onder de zeespiegel ligt, herbergt een groot koraalrif en fungeert als kraamkamer voor vele vissoorten.

Volgens de deskundigen is het van groot belang dat de economische activiteiten in het gebied als visserij, toerisme en scheepvaart, een zo duurzaam mogelijk karakter krijgen. Ze hopen dat door de nieuwe staatkundige regels de weg is geopend om daar ook iets aan te doen.