Atsma zei dat woensdag tijdens een overleg met de Tweede Kamer. Vorige week publiceerde Atsma de resultaten van een kort onderzoek onder de 416 bedrijven. Hieruit kwam naar voren dat 71 bedrijven op een of meer van vijf belangrijke elementen van veiligheid ‘slecht’ scoren. Voor 25 bedrijven geldt zelfs dat ze ‘slecht’ scoren op twee of meer punten.

Het korte onderzoek werd gedaan naar aanleiding van de brand bij Chemie-Pack. Dat chemiebedrijf werd in januari door brand verwoest. Daarbij kwamen er giftige stoffen vrij, maar deden zich geen grote gezondheidsrisico’s voor. Het korte onderzoek van Atsma wees onder meer uit dat de vergunning van Chemie-Pack op sommige onderdelen onvoldoende duidelijk was.

Het lopende uitgebreidere onderzoek is gericht op de bedrijven, maar ook op gemeenten en provincies die voor handhaving verantwoordelijk zijn. De identiteit van de bedrijven bekendmaken, het zogenoemde ‘naming and shaming’, wil Atsma nu nog niet. Maar als de uitgebreide studie klaar is, overweegt hij dat wel. „Het is een van de instrumenten die je kan inzetten. Waar nodig ben ik niet bang om dat van stal te halen.”

Het verlenen van vergunningen en het uitoefenen van toezicht moet voortaan overgelaten worden aan regionale diensten. Atsma gaat provincies en gemeenten erop aanspreken deze organisaties van de grond te tillen. Tot nu toe is dat onvoldoende gebeurd, vindt hij.

GroenLinks-Tweede Kamerlid Liesbeth van Tongeren wilde van de staatssecretaris weten hoe snel hij denkt de veiligheidssituatie bij de risicovolle bedrijven op orde te hebben. Maar een tijdpad daarvoor wilde hij niet geven.