‘Nieuwe’ Egypte vraagt om behoedzaamheid
Na het aftreden van Mubarak moet Egypte een nieuwe start maken. Volgens Bas Belder vraagt dat een behoedzame betrokkenheid van Europa.
Hoe ontwikkelt zich het ‘nieuwe’ Egypte na Mubarak? En hoe kan de Europese Unie bijdragen aan dit democratiseringsproces aan de Nijl? Deze twee hoofdvragen domineerden de gesprekken van een delegatie van het Europees Parlement met Egyptische politieke en religieuze leiders begin deze week in Caïro. Voorzichtigheid was voor alle gesprekspartners het parool van de dag.
Die behoedzaamheid valt goed te duiden. Per slot van rekening bevindt Egypte zich onder de supervisie van een Opperste Militaire Raad in een spannende overgangssituatie. Over de militaire autoriteiten hoorden wij overigens niets dan lof. Algemeen was het vertrouwen dat zij zo snel mogelijk de macht wensen over te dragen aan een burgerregering. Op de vraag of diezelfde militaire machthebbers tegelijkertijd ook afstand zouden doen van hun niet onaanzienlijke economische invloed op de samenleving, bleef het opvallend stil. Want het Egyptische leger heet niet voor niets een ”economisch imperium”. Het is niet alleen een van de grootste werkgevers, maar ook nog eens ’s lands grootste grondbezitter.
Over de economische vooruitzichten van Egypte was een openhartige diplomaat uit de regio trouwens bijzonder pessimistisch gestemd. De staat stevent rechtstreeks af op een zware financiële crisis en wellicht ook een voedselcrisis.
Intussen liet het referendum over de grondwetswijzigingen de essentiële vraag naar de staatsidentiteit van het ‘nieuwe’ Egypte ongemoeid. Die blijft derhalve conform de huidige grondwet islamitisch, met als rechtsgrondslag het moslimrecht van de sharia. Inderdaad, aan deze religieuze staatsgrondslag valt niet te tornen, verzekerde de grootimam van de al-Azharuniversiteit. In een opwelling van tolerantie beloofde hij zijn Europese gasten wel zich in te zetten voor een constitutionele toevoeging: voor Egyptische christenen zullen hun godsdienstige regels gelden. Een islamitische concessie waar de paus van de Koptisch Orthodoxe Kerk stellig van zal ophoren.
De grootimam sprak ook uitgebreid over „het recht op geloof.” Houdt dat ook het recht op verandering van geloof in? vroeg ik. Kan een moslim bijvoorbeeld christen worden? Een misdaad waarop de doodstraf dient te staan, repliceerde de grootmoefti meteen. „U kunt dat vergelijken met de doodstraf in de VS voor ernstige delicten.” Een liberale collega naast mij hapte zichtbaar naar adem.
Vanzelfsprekend was de EP-delegatie erg benieuwd naar de vredesrelatie van Egypte met buurland Israël. Een vraag die de minister van Buitenlandse Zaken, Nabil al-Araby, blijkbaar irriteerde. „Wie zegt dat wij ons niet houden aan het vredesakkoord met Israël?! Er moet dan echter wel sprake zijn van wederkerigheid…”
Zoveel is zeker: het ‘nieuwe’ Egypte moet nog helemaal uit de verf komen. Dat vraagt een behoedzaam Europees engagement. Zie het opvallende én doorzichtige nationale eenheidsstreven van de moslimsbroeders: een eenheidslijst bij de komende parlementsverkiezingen in juni. Kunnen de Egyptenaren nog niet echt kiezen!
De auteur is lid van de Eurofractie SGP en bezocht begin deze week Egypte met een EP-delegatie.