Dat is vrijdag bekendgemaakt door het communicatiebedrijf. De verhoging vloeit voort uit de verbeterde dienstverlening, aldus UPC. Volgens het bedrijf worden klanten tegenwoordig sneller geholpen dankzij een reorganisatie die drie jaar heeft geduurd. UPC heeft de afgelopen jaren veel bedrijfsonderdelen samengevoegd en vernieuwd.

Door de verhoging op 1 juli stijgt het gemiddelde UPC-tarief van 9,40 naar 10,40 euro per maand exclusief BTW voor een standaardpakket radio en televisie. Het bedrijf streeft geleidelijk naar een landelijk tarief van 12,50 euro per maand eind volgend jaar. In gemeenten waar UPC in juli geen verhoging doorvoert, gaat het bedrijf nog praten met de gemeentebesturen om dat alsnog te kunnen doen.

„De afgelopen jaren hebben de abonnees te weinig betaald”, vindt M. Kohnstamm, hoofd regelgeving bij UPC. „De tarieven waren niet kostendekkend. Bovendien was het lastig om 115 verschillende bedragen te hanteren, zoals we nu moeten doen.”

UPC kampt met een schuld van ongeveer 9 miljard euro. Dit is het gevolg van de aankoop van kabelnetten in de hoogtijdagen van de internethype. Inmiddels draait het bedrijf wel met winst.

De Consumentenbond vindt de tariefsverhoging te belachelijk voor woorden. De bond vraagt het kabinet en de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) naar de tariefsverhoging te kijken. „De kiezer kan geen kant op en wordt opgezadeld met veel hogere tarieven, eigenlijk alleen maar omdat de kas na jaren van slecht management leeg is”, vindt een woordvoerder van de bond.

UPC komt regelmatig in het nieuws door ontevreden klanten. De Socialistische Partij (SP) overhandigde half mei de klachten van bijna 4000 mensen aan de NMa. De meeste klachten betroffen spookfacturen: nota’s voor niet-geleverde diensten. De NMa heeft UPC op het matje geroepen, om te bezien of het misbruik maakt van zijn marktpositie.

Manager Kohnstamm van UPC stelt dat het bedrijf de service al grondig heeft verbeterd. „We hebben onszelf ten doel gesteld dat eind dit jaar 80 procent van de telefoontjes binnen 30 seconden moet zijn opgenomen”, geeft Kohnstamm als voorbeeld.