Beatrix opent expositie Van Leyden in Leiden
LEIDEN (ANP) – Koningin Beatrix opende zaterdag een grootschalige tentoonstelling over Lucas van Leyden in Museum De Lakenhal in Leiden. De vorstin bewonderde meer dan 250 werken van de kunstenaar en zijn tijdgenoten.
Lucas van Leyden (circa 1494-1533) geldt als de belangrijkste kunstenaar van de renaissance in de Noordelijke Nederlanden. De tentoonstelling toont grafiek, tekeningen en schilderijen van zijn hand, waaronder een groot aantal altaarstukken. Ook hangen er werken van kunstenaars als de Duitse schilder Albrecht Dürer en de Antwerpse landschapsschilder Joachim Patinir. Het is voor het eerst dat Van Leyden wordt getoond in de context van zijn tijdgenoten.
Voor de expositie werkte De Lakenhal samen met het Rijksmuseum in Amsterdam. Het Rijksprentenkabinet van het museum heeft 130 werken in bruikleen gegeven aan zijn Leidse collega. Ook talloze musea uit het buitenland, waaronder het Louvre in Parijs en het British Museum in Londen, hebben werken uitgeleend.
Met de tentoonstelling wil De Lakenhal de publieke belangstelling vergroten voor de Leidse kunstenaar, die zich vooral toelegde op Bijbelse onderwerpen. Lucas van Leyden behoort samen met Rembrandt tot de grootmeesters van de prentkunst, zei directeur collecties Taco Dibbits van het Rijksmuseum zaterdag. „Alleen is Van Leyden veel minder bekend. Hij heeft niet de faam die hij verdient.”
Volgens Dibbits komt dat omdat er maar weinig schilderijen bekend zijn van Van Leyden. In Leiden zijn er twaalf te zien, bijna de helft van zijn oeuvre. Ook zijn bekendste werk maakt deel uit van de tentoonstelling: het Drieluik met het Laatste Oordeel uit 1526-1527. De kunstenaar maakte het ooit voor de Pieterskerk in Leiden. Het ruim vijf meter brede werk heeft de Beeldenstorm daar in 1566 overleefd. Het drieluik hing vervolgens drie eeuwen in het Leidse stadhuis, waar het ook een grote brand trotseerde.
Van Lucas van Leyden zijn wel veel prenten bewaard gebleven, die volgens Dibbits meestal wat op de achtergrond blijven. „Prenten lijden vooral een stil bestaan, opgeborgen in dozen in het Prentenkabinet.”
De laatste grote tentoonstelling rond Lucas van Leyden was in 1978. Prenten waren toen te zien in het Rijksmuseum, terwijl Museum De Lakenhal uitpakte met schilderijen.