Politiek

Geen ontknoping in hoorzitting over MKZ-kwestie

DEN HAAG – Op een ontknoping is de hoorzitting vrijdag over het besluit in 2001 om in Kootwijkerbroek tot ruimingen over te gaan wegens mond-en-klauwzeer (MKZ) niet uitgelopen. De partijen die in de kwestie tegenover elkaar staan, hebben zich slechts dieper ingegraven.

Kees de Groot
18 March 2011 11:42Gewijzigd op 14 November 2020 14:08
Foto RD, Henk Visscher
Foto RD, Henk Visscher

De Stichting Onderzoek MKZ Crisis Kootwijkerbroek kondigde begin deze week de ontknoping aan van de aanpak van de MKZ-crisis. Bestuurslid L. Jansen van de stichting beloofde met „spijkerharde” argumenten te bewijzen dat het besluit om destijds tot ruiming over te gaan onrechtmatig is geweest.

Behalve Jansen was bij de ambtelijke hoorzitting ook advocaat mr. J. A. M. A. Sluysmans aanwezig, die drie Kootwijkerbroekse veehouders vertegenwoordigde. Verder waren er twee mensen van het Centraal Veterinair Instituut (CVI) van de Wageningen Universiteit, voorheen het ID-Lelystad – het laboratorium dat in 2001 monsters testte op MKZ.

De leden van de hoorzittingscommissie waren juristen van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I).

Jansen herhaalde in zijn presentatie tijdens de hoorzitting dat het besluit tot de ruimingen „onjuist en onrechtmatig” is. Hij betichtte het ministerie ervan „bedrog” te hebben toegepast. „Sinds 2001 zijn steeds meer stutten aangedragen om de conclusie overeind te houden dat er in Kootwijkerbroek MKZ was. Dat geeft natuurlijk een beroerd gevoel.”

Zijn betoog spitste zich toe op de „officieuze” fax waarmee ID-Lelystad aan de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) op 28 maart 2001 de diagnose MKZ voor het bedrijf van Teunissen in Kootwijkerbroek doorgaf. De RVV hechtte een andere betekenis aan de fax dan het laboratorium, stelde Jansen. „De fax was een deel van de uitslag, maar was niet als zodanig herkenbaar. De RVV heeft de fax ten onrechte als basis voor het besluit tot ruimen gezien.”

Bovendien, voerde Jansen aan, waren de tests op monsters van het verdachte kalf van Teunissen toen de fax werd verstuurd nog niet klaar. Er was een virus vastgesteld, maar de IDAS Elisa-test, die het type virus bepaalt, liep nog toen het ruimingsbesluit al werd genomen.

Dr. A. Dekker van het CVI, destijds betrokken bij de MKZ-tests op het kalf van Teunissen, weerlegde het betoog van Jansen. De fax van 28 maart was niet de officiële uitslag van het laboratoriumonderzoek, maar diende als bevestiging van een eerder telefoontje aan de RVV en de Chief Veterinary Officer (CVO) waarin de uitslag formeel werd meegedeeld.

Op de fax stond inderdaad niets over een IDAS Elisa-test, erkende hij, maar dat was ook helemaal niet nodig. „Vermeld was een virusisolatietest. Die sluit automatisch de IDAS Elisa-test in.”

Dekker verklaarde vervolgens dat de IDAS Elisa-test wel degelijk was afgerond op het moment dat de diagnose MKZ officieel werd gesteld. De test liep al een tijd vóór het moment dat Jansen als startpunt aanhoudt.

Het bestuurslid van de MKZ-stichting bracht nog als argument naar voren dat niet op alle zeven types MKZ was getest. Dr. C. J. M. Bruschke (CVO) lichtte daarop toe dat een test op alle types alleen nodig is bij export van vee. In 2001 was exact bekend welk type MKZ in Nederland heerste, waarom slechts op twee types werd getest.

Dekker van het CVI vertelde ook dat monstermateriaal van Teunissens kalf op 26 maart 2001 werd ingespoten bij een gezonde koe. Dat dier vertoonde anderhalve dag later duidelijke kenmerken van MKZ. Zijn conclusie was even helder als die van Jansen, maar dan precies omgekeerd: „Over de uitslagen is geen discussie mogelijk. Wij hebben in twee onafhankelijke testlijnen aangetoond dat in Kootwijkerbroek sprake was van MKZ.”

Contra-expertise

Advocaat Sluysmans had graag een contra-expertise laten uitvoeren op het monstermateriaal van Teunissens kalf. Dat kan niet meer, want het is op. „Opgebruikt in de DNA-analyse die op verzoek van de stichting is uitgevoerd”, aldus Bruschke.

Dekker stelde dat het monster slechts „weinig virusmateriaal” bevatte. Het zou mogelijk zijn geweest dat een ander laboratorium, met minder precieze tests, geen MKZ had aangetroffen. „Maar dat wil niet zeggen dat er geen MKZ was.”

Jansen toonde zich na afloop nog even strijdlustig. „Uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens vloeit voort dat ingrijpen van de overheid in het bezit van burgers controleerbaar moet zijn. En in het geval van de ruimingen is dat niet zo.”

Hij stelde dat de MKZ-stichting de bewijsvoering vanuit het ministerie van EL&I door de jaren heen steeds verder heeft afgebroken. Ook na de hoorzitting hield hij vast aan zijn oorspronkelijke stelling: „De formele grondslag voor het ruimingsbesluit was inadequaat.”

De ontknoping van de MKZ-kwestie volgt over maximaal twaalf weken. Binnen die termijn doet staatssecretaris Bleker (Landbouw) schriftelijk uitslag. Valt die negatief uit voor de MKZ-stichting, dan kan die daartegen in beroep gaan. Maar die zaak komt dan waarschijnlijk pas in 2013 aan de orde.

SGP-Kamerlid Dijkgraaf –ook aanwezig bij de hoorzitting– zei dat de Kamer voorafgaand aan het oordeel van Bleker geen actie onderneemt op dit dossier. Eerder liet de Kamer weten wel te voelen voor een bindende arbitragezaak over de MKZ-kwestie.

Meer over
MKZ

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer