Dat staat in een voorstel van de beleidscommissie predikanten (BCP) aan de generale synode van de PKN, dat vandaag openbaar is gemaakt.

Om ouderling of diaken te mogen worden, moeten de kerkelijk werkers wel werkzaam zijn in het pastoraat, de geestelijke vorming of in missionair, apostolair of diaconaal werk. Ook dienen ze in bezit te zijn van een hbo-diploma Godsdienst pastoraal werk en een aanstelling hebben van minimaal 12 uur per week en voor minimaal de duur van een jaar.

Als de synode op 14 april met het voorstel instemt, mag de ouderling-kerkelijk werker in gemeenten die in een bijzondere situatie verkeren, onder supervisie van een predikant, ook doop en avondmaal bedienen, openbare geloofsbelijdenis afnemen, ambtsdragers bevestigen, trouwdiensten leiden en de zegen uitspreken. De kerkelijk werker dient dan wel over een preekconsent te beschikken. Kleine gemeenten lopen vaak tegen het feit dat de eigen kerkelijk werker niet bevoegd is om ambtshandelingen te verrichten, aldus de beleidscommissie.

De positie van de kerkelijk werker is al vele jaren onduidelijk, zo blijkt verder uit het rapport van de beleidscommissie predikanten. Een voorstel om de vroegere functie van predikant-vicaris nieuw leven in te blazen, haalde het vorig jaar niet in de synode. Toen werd vastgesteld dat er meer tijd nodig is voor studie naar de positie van de predikant-vicaris.

De beleidscommissie stelt nu voor de predikant-vicaris helemaal uit de plannen te schrappen. „Uit de voorstellen zal duidelijk worden dat de figuur van de predikant-vicaris uit beeld verdwijnt. Hiermee stelt de BCP de synode voor om op eerdere besluitvorming terug te komen. Zij beseft dat dit geen gering verzoek is, maar acht dit gegeven de problematiek en de door haar geschetste oplossingen aanvaardbaar.”

In 2010 stonden 822 personen ingeschreven in het register van kerkelijk werkers van de PKN. Van hen hadden 395 personen daadwerkelijk een aanstelling als kerkelijk werker, van wie 264 (circa 132 fte) aangaf werkzaam te zijn in een gemeente. Opmerkelijk is dat de kerkenraden opgaven dat zij samen 596 kerkelijk werkers in dienst hadden.

De commissie houdt rekening met onduidelijkheden in de beroepsdefiniëring, maar noemt het aantal kerkelijk werkers dat onbevoegd werkzaam is een „te forse groep”. De commissie verwacht dat de verplichte registratie tot deelname aan de permanente educatie op termijn meer helderheid zal verschaffen over het werkelijke aantal bevoegde kerkelijk werkers.

Uit de vrijdag verschenen notities voor de synode blijkt verder dat het bestuur van de dienstenorganisatie van de PKN adviseert het landgoed Hydepark als plek voor bezinning, scholing en toerusting te behouden. Nader onderzoek moet uitwijzen of het huidige conferentiecentrum aan de Driebergsestraatweg in Doorn gerenoveerd moet worden of dat er een nieuw conferentiecentrum gebouwd moet worden dat dan ongeveer vijftig jaar mee kan.

Voor het bestuur van de dienstenorganisatie staat voorop dat de Protestantse Kerk een plek voor bezinning, scholing en toerusting nodig heeft. Het complex moet, met het oog op meerdaagse activiteiten, ook een overnachtingsaccommodatie hebben. In februari van dit jaar raadden makelaars en vastgoedadviseurs, die het bestuur in de arm heeft genomen, verkoop van Hydepark af, mede door de huidige, ongunstige stand van de vastgoedmarkt. Hydepark kan volgens het onderzoek worden behouden en exploitabel worden gemaakt als er op verschillende fronten ingegrepen wordt in de huidige situatie.

De Protestantse Theologische Universiteit (PThU) heeft een alternatief ingediend om een trainingscentrum in het Koornmarktgebouw van de universiteit in Kampen te huisvesten. Het bestuur van de dienstenorganisatie is echter van mening dat dit een minder centrale ligging heeft en ook minder geschikt is voor retraites.