Energie Van der Hoeven op het lijf geschreven
PARIJS (ANP) – Oud-minister Maria van der Hoeven betreedt geen onbekend werkterrein als zij in september voor de periode van vier jaar directeur wordt van het Internationaal Energie Agentschap (IEA). „In mijn vorige functie was ik als minister van Economische Zaken zo’n 40 procent van mijn tijd bezig met energiezaken,” zegt zij. Bovendien was Van der Hoeven in 2009 al eens voorzitter van een conferentie van ministers van de IEA-landen.
De nieuwe baan sluit goed aan op de laatste functie van Van der Hoeven, die als minister de ambitie toonde om ons land internationaal een belangrijke rol te laten spelen in de energievoorziening van Europa, ook nadat het grote gasveld in Slochteren leeg zal zijn. Dat vergt goede internationale contacten, vooral met landen met grote gasvoorraden zoals Rusland en de Arabische landen. Dat was een belangrijk onderdeel van het werk van Van der Hoeven als minister.
De ervaring die zij heeft opgedaan met de energiediplomatie komt goed van pas in haar nieuwe functie. Het IEA omvat westerse industrielanden, maar onderhoudt ook contacten met landen als India en China die een grote economische groei doormaken en een steeds groter deel van de olie- en gasvoorraden in de wereld naar zich toe trekken.
Het IEA heeft zich in de loop van de jaren ontwikkeld tot een belangrijke denktank. „De World Energy Outlook, een jaarlijkse analyse van de energievoorraden in de wereld, is toonaangevend. Bovendien is het IEA van belang door adviezen aan de G20, de economisch meest belangrijke landen,” zegt Van der Hoeven.
Momenteel volgt het IEA van dag tot dag op de voet de ontwikkelingen in het Midden-Oosten. De onrust zou de olievoorziening in gevaar kunnen brengen en er is het energieagentschap veel aan gelegen dat de olierijke landen de kraan wat verder open zetten bij tekorten.
„Ingrijpen door de inzet van de strategische olievoorraden, die de lidstaten moeten aanhouden, zal het IEA niet snel doen,” zegt Van der Hoeven. „Die voorraden zijn bedoeld voor calamiteiten.” Toen in 2008 de olieprijzen extreem hoog waren, zijn de strategische voorraden niet ingezet .
Het IEA werd in 1974 het leven geroepen na de olieboycot van de Arabische landen, die in Nederland leidde tot de autoloze zondag. Toen werd besloten tot de verplichting om olievoorraden aan te houden. „Sindsdien zijn ze slechts twee keer ingezet,” weet Van der Hoeven. „In 1991 bij de inval van Irak in Koeweit en in 2005 toen de tornado’s Rita en Katrina de oliewinning in de Golf van Mexico lam legden.”
Of er met de komst van Van der Hoeven veel gaat veranderen bij het IEA, kan de oud-CDA-minister nog niet zeggen. Bepalend voor het beleid zal vooral zijn een conferentie van ministers die eind dit jaar plaatsvindt.