Dalai lama: lachend gezicht van verdrukt land
RIJSWIJK (ANP) – De immer lachende dalai lama is de personificatie van de geweldloze strijd van het onderdrukte Tibet tegen China. Decennia lang al reist de in het oranje gehulde en immer goed geluimde boeddhistische monnik de wereld rond om steun te vragen voor het lot van de Tibetanen.
Op zijn 75e jaar wil hij het echter iets rustiger aan doen en meer democratie invoeren. Hij wil zijn taken als politiek leider overdragen aan een gekozen leider. Zelf blijft hij spiritueel leider.
Sinds zijn vlucht uit Tibet in 1959 woont de dalai lama in India, vanwaar hij strijdt voor autonomie voor zijn vaderland. Daarbij laat hij zich inspireren door de ideeën van de Indiase leider Mahatma Gandhi over geweldloos verzet. In 1989 ontving de dalai lama de Nobelprijs voor de Vrede, voor zijn geweldloze verzet. Ongetwijfeld was dat niet toevallig het jaar waarin het Chinese leger op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking vele honderden burgers doodschoot om een einde te maken aan de democratiseringsbeweging.
De dalai lama is een functie die overgaat door reïncarnatie. Nadat de vorige dalai lama in 1933 overleed, gingen hooggeplaatste monniken op pad om diens reïncarnatie te zoeken. Na visioenen kwamen ze in 1937 bij een arm boerengezin met negen kinderen. In de 2-jarige peuter Lhamo Thondup herkenden ze de overleden leider. In 1940 werd Lhamo op 5-jarige leeftijd gedoopt tot Tenzin Gyatso en werd hij de veertiende dalai lama.
Na de inval van de Chinese troepen in 1949 vluchtte hij de bergen in. Na geruchten over een op handen zijnde arrestatie kwamen de Tibetanen in 1959 in opstand tegen China. Die werd bloedig neergeslagen, waarna de dalai lama met duizenden aanhangers naar India vluchtte. Kort voor zijn aankomst in India proclameerde hij de onafhankelijkheid van Tibet. Naderhand zei hij te streven naar autonomie van Tibet en niet naar onafhankelijkheid.
Nadat er decennia lang officieel geen contact was tussen de dalai lama en de Chinese regering, leek in 2002 schoorvoetend een dialoog op gang te komen. In dat jaar begon Peking ook aan de restauratie van het 17e eeuwse Potala-paleis van de dalai lama. In de jaren daarvoor had China tijdens de Culturele Revolutie duizenden kloosters vernield en werden honderdduizenden Tibetanen gedood.
De laatste jaren zorgt een immigratiegolf van Han-Chinezen ervoor dat de Tibetanen een minderheid vormen in eigen land, waardoor de eis voor autonomie zinloos zou worden. In 2003 zei de dalai lama dat er sprake was van een „culturele genocide”.
China bood de dalai lama meermalen aan terug te keren onder bepaalde voorwaarden. Zo moest hij zich in Peking vestigen en niet in Lhasa. De monnik heeft die voorwaarde altijd vriendelijk glimlachend doch beslist afgewezen.
Overigens bestaat er ook kritiek op de dalai lama. Zo zou hij zich in het Westen voordoen als liberaal en democratisch, terwijl de Tibetaanse gemeenschap in India op dictatoriale wijze zou worden geleid. De rol van de vrouw zou ondergeschikt zijn en homoseksualiteit is uit den boze.