Hoogleraar staatsrecht Elzinga: Politiek besef in Nederland groeit
DEN HAAG – Het politiek besef in Nederland groeit, mede door wijlen LPF-voorman Fortuyn en PVV-leider Wilders, stelt hoogleraar staatsrecht Elzinga van de Rijksuniversiteit Groningen in reactie op het verloop van de Statenverkiezingen van 2 maart.
Door aansprekende en polariserende voormannen is de politieke strijd „een stuk levendiger en interessanter geworden voor een grote groep mensen die de politiek normaal gesproken links laten liggen”, aldus Elzinga gisteren tegenover het ANP.
De Provinciale Statenverkiezingen trokken woensdag onverwacht veel mensen naar de stembussen. De opkomst kwam uit op bijna 56 procent, de hoogste sinds de provinciale verkiezingen in 1987.
Sinds 2002 krijgen veel mensen die weinig moeten hebben van de verkiezingen, „politiek onderdak”, eerst bij Fortuyn, later bij Wilders, meent Elzinga. „De PVV viel weliswaar een beetje terug, maar scoorde toch opmerkelijk hoog voor dit soort verkiezingen.” Maar ook tegenstanders van de PVV vinden steeds vaker hun weg naar de stembus. Volgens hoogleraar politicologie Van Schendelen van de Erasmus Universiteit Rotterdam staan mede door de PVV links en rechts steeds feller tegenover elkaar. „De polarisatie in de politiek is een belangrijke factor in de betere opkomst.”
Hoogleraar staatsrecht Bovend’Eert van de Radboud Universiteit Nijmegen ziet in de hoge opkomst een gelijkenis met de jaren zeventig en tachtig. „Ook toen was het politieke debat actief en fel. Het waren net als nu economisch moeilijke tijden, waarbij maatregelen genomen werden die burgers raakten.”
Mensen hadden woensdag bij het stemmen wel meer dan bij eerdere Provinciale Statenverkiezingen landelijke thema’s in het achterhoofd, vanwege de huidige krappe meerderheid van de regeringscoalitie VVD en CDA met gedoogpartner PVV. Terecht, vindt Bovend’Eert. „De politieke verhoudingen staan op scherp en daarom worden landelijke thema’s sterker uitgelicht”, aldus de hoogleraar. Volgens Elzinga is „landelijk stemmen” bij provinciale verkiezingen sinds de jaren tachtig niets nieuws onder de zon. „Doordat de Senaat voor het eerst in zijn geheel werd gekozen in plaats van voor de helft, zoals vroeger, werd de politieke samenstelling een stuk belangrijker voor de besluitvorming.”
Dat de spanning en polarisatie in de politiek blijven, bleek gisteren ook binnen de partij die bij de Statenverkiezingen het zwaarst verloor, het CDA. Waar de leiding van de partij, bij monde van fractievoorzitter Van Haersma Buma na een fractievergadering zei „helemaal niet weg te lopen” voor het verlies, maar met de uitslag wel weer „voluit vooruit” te kunnen gaan, uitte het kritische CDA-Kamerlid Koppejan opnieuw zijn zorgen over de gedoogconstructie met de PVV. „De uitkomst van de Statenverkiezingen laat zien dat regeringsdeelname met goede ministers en staatssecretarissen op zichzelf onvoldoende is om als CDA weer relevant en interessant te zijn voor de kiezer.”
„Begrijp mij goed”, aldus Koppejan op zijn weblog, „ik pleit er niet voor de deelname van het CDA aan dit kabinet opnieuw ter discussie te stellen. Ook niet nu het kabinet geen meerderheid lijkt te halen in de Eerste Kamer. De samenwerking met de VVD verloopt constructief. Wie zit er nu te wachten op een kabinetscrisis en vervroegde verkiezingen? We bevinden ons nog midden in een financieel-economische crisis. Niemand wil nu Belgische toestanden”, aldus Koppejan, die vooral wil dat zijn partij zich bezint op haar koers.