Binnenland

Met hink-stapsprongen door het dualisme

Het moet aantrekkelijker worden in de politiek. Een lege kreet of een wensbeeld voor de komende jaren? De staten in de twaalf Nederlandse provincies doen er in ieder geval manhaftig hun best voor. Grootste probleem lijkt vooralsnog de wijziging van een statenlid in een echte volksvertegenwoordiger. Dat vraagt om een andere houding, een andere werkwijze én een ander taalgebruik. En wat dat betreft zijn we er nog lang niet.

27 May 2003 09:12Gewijzigd op 14 November 2020 00:20

„Wij hopen dat er niet in competitie aan gewerkt wordt en verwachten afrekenbare doelen.” „De geringe democratische legitimatie van deze bestuurslaag verwerpen wij.” „De aandacht voor deze kenmerken heeft voor ons hoge prioriteit.” En: „De voortgaande specificering van het RO-beleid blijft ons met zorg vervullen.”

Het zijn zomaar een aantal citaten uit de Gelderse statenvergadering van maandag. Uitgesproken door leden die iets wilden zeggen over de collegeverklaring. Het toont aan dat je wel een structuur kunt veranderen, maar dat politiek daarmee niet gelijk voor iedereen begrijpelijk wordt. Want hoezeer er sinds de verkiezingen van begin dit jaar ook veranderingen zijn doorgevoerd, statenleden blijven nog maar wat graag hun zaakjes op de oude manier regelen.

Dat op zichzelf is ook wel logisch. Want op verandering van een vertrouwde werkwijze zitten over het algemeen maar weinig mensen te wachten. Tot voor kort waren de Provinciale Staten zo ongeveer de meest slaapverwekkende politieke arena’s van het land. De Ceteco-affaire in Zuid-Holland en de Gelderse vertrouwenscrisis vormden uitzonderingen. Op die momenten ging het ergens over en werden de anders zo stille provinciehuizen bestormd door cameraploegen. Waarna de orde van de dag weer werd opgepakt. En statenleden zich verdiepten in eindeloze ambtelijke stukken en overlegjes over de procedures.

Gunstige uitzonderingen waren er altijd al. Want het beeld dat er echt niets gebeurt in een provinciehuis is natuurlijk niet juist. Vooral het takenpakket van de provincie maken dat het voor de man op de straat niet altijd zichtbaar is waar de Staten zich mee bezighouden. Bovendien heeft iedere provincie zo z’n stokpaardjes voor wat betreft concrete resultaten die geboekt zijn.

Nieuw is echter de veel grotere rol die daarbij is weggelegd voor de Provinciale Staten. Zij moeten het dagelijks bestuur van de provincie, het college van gedeputeerde staten, instrueren en controleren. De verhoudingen liggen daarbij toch iets anders dan voorheen. Want het is de bedoeling dat PS en GS veel losser van elkaar gaan opereren. Dat resulteert ongetwijfeld vaker dan ooit in onenigheid. Maar dat zwengelt wel het debat aan en daarmee het gevoel dat het tenminste ergens over gaat in de provincie.

Waar eerst een akkoord tussen de collegepartijen voldeed, kan nu niet met minder worden volstaan dan met een echte opdracht van PS aan GS. De Provinciale Staten bepalen wat er gebeurt en besteden de uitvoering daarvan uit aan de gedeputeerden. Dat eerste kan onder meer in de vorm van een statenakkoord. Daarin verwoorden de Provinciale Staten wat ze de komende jaren allemaal gerealiseerd willen zien en hoeveel geld daaraan mag opgaan. Met de precieze invulling houden GS zich vervolgens bezig, maar niet nadat de Provinciale Staten dat hebben goedgekeurd.

En daar zit ’m nu net de kneep. Want het klinkt allemaal prachtig en het klopt als een bus. Maar de ’oude politiek’ van het monistische stelsel blijkt nog diepgeworteld te zitten. Neem nu de collegeverklaring die GS van Gelderland maandag presenteerden. Daarmee reageerden ze op het statenakkoord van april. De verklaring heeft een nogal tweeslachtig karakter. Zo staan er maar liefst 45 plannetjes van GS in waarvoor PS nooit opdracht hebben gegeven.

H. H. de Vries, fractievoorzitter van het CDA in Gelderland, verwoordde het maandag kernachtig. „We zijn ervan overtuigd dat het college van goede wil is. Maar u worstelt veertien pagina’s lang met het omgaan met dualisme. U noemt het zelf al een zoektocht. Wij vragen ons af of u zich wel helemaal goed realiseert wat dualisme voor GS betekent.”

Daarmee is gelijk duidelijk dat het afhangt van politieke kwaliteiten van gedeputeerden en statenleden en of provinciebesturen in Nederland met de bestuurlijke noviteiten goed kunnen omgaan. Wat betreft leggen veel gedeputeerden de lat hoog, omdat ze hun politieke lot eraan verbinden wanneer ze niet de resultaten boeken die ze beloven. Mede daarom mogen de dames en heren gedeputeerden zich gelukkig prijzen dat er nog een lange zomervakantie aankomt. Die overigens wel eens heel druk kan worden. In Gelderland bijvoorbeeld moet er in september een werkplan liggen waarin staat hoe het college zijn opdracht tot in de puntjes gaat uitvoeren. „Dan proeven wij pas echt uw nieren”, aldus PvdA’er P. Bijl.

Op dat punt lijkt het op dit moment wel goed te zitten. Want hoewel er dan nog wat onwennigheid meespeelt in de taakverdeling tussen GS en PS, statenleden en collegeleden lijken ook wel te begrijpen dat er gewerkt moet worden. Niet voor niets had het Gelderse college in zijn verklaring maandag al concrete punten opgenomen. Terwijl die eigenlijk in het werkplan van september thuishoren. CDA’er De Vries: „Op sommige fronten is men redelijk ver gegaan met de invulling. Te ver. Wij stellen als Staten de kaders, niet het college.” Om vervolgens mild te vervolgen: „Misschien een wat kritische verklaring uit de hoek waaruit u het niet verwacht had. Maar dat is het dualisme. U zit nog maar een paar weken in het zadel en moet hier misschien aan wennen. U zult uw tijd nodig hebben om met een helder, kwalitatief goed en afrekenbaar akkoord te komen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer