Dat heeft René van der Linden, voorzitter van de Senaat, zondag gezegd in het tv-programma Buitenhof. „Ik zou niet zover willen gaan dat het kabinet bij een minderheid niet kan doorregeren. Ik ben het er niet mee eens dat het onmogelijk wordt, maar het wordt wel moeilijker”, aldus Van der Linden.

Als de drie partijen, net zoals nu, een minderheid hebben in de Eerste Kamer, dan moet de regering zelf oplossingen zoeken. Als voorbeeld verwees hij naar de Tweede Kamer, waar de regering bezwaren over de missie naar Kunduz kon wegnemen en alsnog een meerderheid verwierf.

Dat oppositiepartijen in de Senaat voorstellen zullen afkeuren op puur politieke gronden, gelooft Van der Linden niet. Volgens hem is het de traditie dat daar voorstellen inhoudelijk worden beoordeeld. Als dat toch anders zal gaan, is er sprake van „een trendbreuk”, stelde Van der Linden.

Van der Linden wees er ook op dat veel senaatsfracties van oppositiepartijen al hebben gezegd wetsvoorstellen op hun merites te gaan beoordelen. „De inhoud is het uitgangspunt”, stelde hij. In premier Mark Rutte ziet hij bovendien iemand die „partijen bij elkaar kan brengen”.

Woensdag zijn de Provinciale Statenverkiezingen. Deze stellen op hun beurt in mei de samenstelling vast van de Eerste Kamer.

De functie van Senaatsvoorzitter is een representatieve en geen partijpolitieke. Van der Linden is wel lid van het CDA. Hij zei zondag eventueel beschikbaar te zijn voor een nieuwe termijn. Vorige maand zei PVV-leider Geert Wilders nog dat hij Van der Linden liever ziet „opkrassen” omdat hij hem een „vreselijke” toespraak had horen houden over onder meer Europa en milieu.