„Wij hebben te maken met terroristen. Het leger heeft besloten hen niet aan te vallen om onderhandelingen een kans te geven. Hopelijk kunnen we voor zaterdag tot een vreedzame oplossing komen”, aldus Saif al-Islam. Zijn vader had aanhangers eerder juist opgeroepen tot de laatste snik te vechten tegen de betogers die zijn aftreden eisen.

Al-Islam zei verder tegen de journalisten dat ze zich niets moesten aantrekken van de knallen op straat. „Als je vuurwerk hoort, moet je niet denken dat het schoten zijn”, aldus de 38-jarige Libiër. „Alles is kalm”, vatte hij de situatie in het Noord-Afrikaanse land samen.

Al-Islam sprak in een luxe hotel in een rustige buurt met de verslaggevers. „De vrede keert terug naar ons land”, zei hij. De berichten die mensen in het westen horen zijn „leugens”. „We lachen om deze verslagen.” En: „Ze willen laten zien dat Libië in brand staat, dat er een grote revolutie gaande is. Maar jullie hebben het mis, we zijn verenigd”, waarop de lokale media begon te klappen.

In Libië zijn journalisten niet vrij om hun werk te doen. De groep buitenlandse verslaggevers is door de autoriteiten uitgenodigd, maar daardoor tevens gedwongen zich aan hun regels te houden. Bij aankomst op het vliegveld mocht niemand worden geïnterviewd. De politie en beveiligers grepen in toen de journalisten dat toch probeerden. Een cameraman van persbureau Reuters werd enige uren vastgehouden.