Kennedy: Bijbel geworteld in geschiedenis van Nederland
LEERDAM – „De Bijbel is een specifiek boek met een specifieke Boodschap. Het is niet alleen ons cultureel erfgoed. Het is een boek met een Woord van boven.” Dat zei prof. James Kennedy vrijdag bij de opening van de expositie ”Gorcum 100 jaar Bijbelstad” in het Statenbijbelmuseum in Leerdam.
De hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam kreeg uit handen van Simon van der Pol het eerste exemplaar van het boekje ”Gorcum 100 jaar Bijbelstad” uitgereikt.
Kort daarvoor hield mede-auteur F. van Driel-Nieuwenhuis een presentatie over hetzelfde onderwerp. „Het is belangrijk via dit soort studies te laten zien hoe de Bijbel is geworteld in de geschiedenis van Nederland”, toonde Kennedy zijn waardering.
In zijn lezing benadrukte de hoogleraar de enorme betekenis van de Bijbel en het christendom voor de Nederlandse cultuur. „De Bijbel vormde sinds de Reformatie een bron van inspiratie voor het maatschappelijk en politiek handelen. Normen en waarden werden erdoor bepaald. Maar het ging niet alleen om christelijke aspecten. Mensen leerden zo lezen en zagen op de kaarten in de Bijbel hoe de wereld eruitzag.”
Anno 2011 is er een ambivalente houding tegenover de Bijbel, stelde Kennedy. „Enerzijds hebben we de wind tegen, anderzijds ook weer mee.” Aan de negatieve kant van de weegschaal staat volgens de historicus dat in de westerse wereld de kennis van de Bijbel is afgenomen.
Kennedy: „Onwetendheid is van alle tijden, maar de Bijbelkennis als basis om een algemeen beschaafd en fatsoenlijk mens te zijn, is de afgelopen jaren minder geworden.”
Hij stelde bovendien vast dat allerlei organisaties die destijds met een christelijke achtergrond en doelstelling zijn opgericht, van lieverlee ‘ontzield’ zijn geraakt. Ook al omdat tegenwoordig de nadruk ligt op de individuele beleving van het geloof.
„De Bijbel is ook minder normerend dan vroeger. Veel mensen zijn spiritueel bezig, praten en denken over zingeving, maar staan sceptisch tegenover de Bijbel.” Dat proces is in Nederland meer doorgeschoten dan in de omringende landen. „Niet dat de kerkgang in Engeland en Duitsland zo veel beter is, maar er is wat meer ontzag voor de erfenis van de Bijbel.”
Daar tegenover staat de groeiende belangstelling voor de lokale geschiedenis. „In de jaren zestig en zeventig was dat in het antitraditionele denken van die tijd verdwenen. Nu in deze tijd alles op drift lijkt, wordt erfgoed weer belangrijk. Mensen gaan op zoek naar de geschiedenis van hun familie. Ze willen verankerd worden.”
Kennedy neemt in het kielzog van die ontwikkeling een toenemende belangstelling voor de Bijbel waar. De Bijbel gaat weer meer open dan vroeger. Christelijke politieke partijen beroepen zich explicieter dan vroeger op het Woord. De Statenbijbel is ook opgenomen in de historische canon van ons land. „Terecht.”
Kennedy vindt dat christenen niet tevreden moeten zijn met de acceptatie van de Bijbel als cultureel erfgoed alleen. „Want het is een Boek met een Woord van boven.”