Benghazi leert noodgedwongen zichzelf te besturen
BENGHAZI – Libiërs in het oosten van het land bevinden zich in een voor hen onvoorstelbare situatie: voor het eerst in veertig jaar zijn ze vrij van het regime van Muammar Gaddafi. Nu is het zaak voor de burgers van Benghazi om zichzelf te leren besturen en een leger op te bouwen, terwijl Gaddafi nog steeds aan de macht is in het westen van het land.
Wat begon als een serie kleinschalige protesten tegen de gevangenschap van een mensenrechtenadvocaat is na een week bloedige strijd uitgegroeid tot zelfbestuur voor de inwoners van de op een na grootste stad van Libië. Slechts enkele dagen na het vertrek van de laatste aan Gaddafi loyale strijdkrachten straalt de stad rust en orde uit. Auto’s stoppen bij verkeerslichten, winkels zijn open en een nieuwe lokale overheid is in opkomst in een stad waar voorheen alle vormen van maatschappelijke organisatie op brute wijze onderdrukt werden.
„We hadden de opstand niet gepland, het is gewoon opeens gebeurd”, zegt Fathi Turbel, de 39-jarige advocaat wiens gevangenschap de aanleiding was voor de revolte in de stad. „Mensen kunnen het zich gewoon niet voorstellen hoe snel dit allemaal is gebeurd.”
In navolging van hun Egyptische buren hebben de Libiërs snel lokale commissies opgezet om de veiligheid in de stad te garanderen. Daarnaast zijn gesprekken begonnen met academici, advocaten en andere experts om uit te vinden hoe ze de stad die ze veroverd hebben moeten besturen. Het resultaat van deze gesprekken is een vijftienkoppige raad van prominente burgers, onder wie Turbel.
Turbel sprak met Associated Press in de aan de zee gelegen rechtbank van Benghazi, het brandpunt van de protesten van vorige week. Op straat hebben nog steeds af en toe betogingen plaats van mensen die het hun lang ontzegde recht vieren om samen te komen en leuzen te scanderen.
Gaddafi’s paranoia over samenzweringen tegen hem was de reden voor een wet uit 1973 die samenscholingen van meer dan vier mensen verbood. Elke vorm van maatschappelijke organisatie werd de kop ingedrukt. Turbel zegt dat de mensen nu opnieuw moeten leren om samen te werken.
Terwijl de dictator die hen zo lang heeft onderdrukt nog steeds aan de macht is in het westen van het land, is het in de wandelgangen van de rechtbank een drukte van jewelste. Jonge mensen lopen af en aan, samen bezig met het opzetten van een nieuwe lokale overheid. „We hebben geen enkele ervaring hiermee, en daarom vertrouwen we op de hulp van mensen die wel de expertise in huis hebben. En zoals je ziet werkt het tot nu toe”, zegt Atif al-Hasiya, een ingenieur die voor het nieuwe bestuur werkt.
De sfeer in de stad lijkt zijn optimisme te bevestigen. Verkeerspolitie is weer aan het werk en de enige opstoppingen worden veroorzaakt door mensen die stoppen om te kijken naar afgebrande symbolen van het oude regime. Er zijn borden in de stad te lezen met teksten als ”Ja tegen open bakkers, drogisterijen en winkels en ja tegen de voortzetting van het normale leven in Benghazi”.
Geweerschoten zijn echter nog steeds ’s nachts en soms overdag te horen in de stad, hoewel het in de meeste gevallen gaat om feestvierende mensen die met hun machinegeweren in de lucht vuren. Ambtenaren van de nieuwe overheid bevestigen dat het terughalen van de wapens die tijdens de protesten in de handen van burgers vielen een topprioriteit is.
Dit zal een van de hoofdtaken worden van het nieuwe leger, dat langzaam vorm begint aan te nemen. Het leger groeit naarmate steeds meer militairen zich tegen Gaddafi keren en de kant van de betogers kiezen. Een centraal commandocentrum voor het nieuwe leger is echter pas de laatste dagen gevormd en officieren bevestigen dat er tot dusver geen acties tegen het regime van Gaddafi zijn gepland. Integendeel, de officieren van het nieuwe leger wachten af tot de rest van Gaddafi’s strijdkrachten deserteert.
„We hopen op een staatsgreep van de kring rondom Gaddafi”, zegt Abu Ahmed, een van de leidende activisten die betrokken zijn bij de vorming van de nieuwe regering. Hij benadrukt echter dat de Libische strijdkrachten zelfs toen ze nog verenigd waren, niet erg sterk waren. „Hij (Gaddafi, red.) had het leger ontdaan van alles wat het nodig had om slagvaardig te zijn. De enige strijdkrachten met enige competentie waren zijn persoonlijke veiligheidstroepen.” Volgens Ahmed was Gaddafi’s vrees voor een militaire coup zo groot dat het leger haast geen beschikking over munitie had.
De strijdkrachten die zich aan de kant van de betogers hebben geschaard zeggen in contact te staan met hun collega’s in het westen om hen over te halen zich aan te sluiten bij de opstand.
Terwijl Turbel zijn visie uit de doeken doet voor de transformatie van Libië in een democratische staat met een grondwet en alle relevante vrijheden, komt een assistent zijn kantoor binnen. De medewerker zegt dat er zojuist een handlanger van Gaddafi is aangehouden die hen bespioneerde.